Anatomie en Fysiologie van urinestelsel en nieren

LE2 week 3: Anatomie en fysiologie van het urinestelsel
                       De werking van het plasmechanisme

Lesdoelen
  1.  Aan het einde van de les kun je de belangrijkste functies van de nieren benoemen volgens LE2
  2. Aan het einde van de les kun je de werking van het plasmechanisme benoemen volgens LE2
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

LE2 week 3: Anatomie en fysiologie van het urinestelsel
                       De werking van het plasmechanisme

Lesdoelen
  1.  Aan het einde van de les kun je de belangrijkste functies van de nieren benoemen volgens LE2
  2. Aan het einde van de les kun je de werking van het plasmechanisme benoemen volgens LE2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

Nieren

Slide 3 - Carte mentale

Urinewegen

Slide 4 - Carte mentale

0

Slide 5 - Vidéo

Ligging van de nieren



Nieren liggen in de lendestreek aan weerszijden van de wervelkolom achterin de buikholte.




Slide 6 - Diapositive

2 functies van de nieren
  1. Urinevorming 
    -> Afvoer van afvalstoffen 
    -> Afvoer overtollig water 

  2. Homeostase (hormonen en mineralen regeling)
    -> Regeling bloeddruk (Renine) 
    -> PH  
    -> Osmotische waarde (water <-> deeltjesverhouding)

Slide 7 - Diapositive

Iedere nier bestaat van buiten naar binnen uit de volgende onderdelen:
 
  • Nierschors 
  • Niermerg 
  • Nierbekken
Bouw van de nieren

Slide 8 - Diapositive

Nefronen bevinden zich in het Niermerg

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Iedere nier is opgebouwd uit ongeveer 
1 miljoen nefronen. 
 
Een nefron bestaat  
  • Kapsel van Bowman 
  • Glomerulus 
  • Tubulus

Slide 11 - Diapositive

3 Processen in de nefron
  1. Filtratie
  2. Terugresorptie
  3. Excretie
xx

Slide 12 - Diapositive

NEFRON

Slide 13 - Diapositive

Filtratie & Terugresorptie
Van de voorurine wordt geleidelijk de uiteindelijke urine gemaakt
  • Bloedplasma wordt door de glomerulus geperst naar het kapsel van    Bowman -> voorurine

  • Vervolgens gaat de voorurine door de lis van Henle 
-> TERUGRESORPTIE: Glucose, Zouten en Water worden vanuit het nefron teruggebracht naar het bloed
  • Ten slotte gaat de urine naar de verzamelbuis

 

Slide 14 - Diapositive

Excretie
  • Uitscheiding van afvalstoffen naar voorurine
  • K+, H+, Na+, ureum en creatinine

Slide 15 - Diapositive

Wat is de functie van de nieren?

Slide 16 - Question ouverte

Van buiten naar binnen bestaat de nier uit....
A
Nierschors, niermerg, nierbekken
B
Niermerg, nierbekken, nierschors
C
Nierbekken, niermerg, nierschors
D
Nierschors, nierbekken, niermerg

Slide 17 - Quiz

Uit welke 3 onderdelen bestaat een nefron?

Slide 18 - Question ouverte

Bijnier


Aldosteron

* Helpt bij de terugresorptie van natrium

Adrenaline 

* Regelt de bloeddruk (hartslag en RR)




Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Antidiuretisch hormoon

  • Gemaakt door hyposfyse

  • Terugresorptie van water.

  • Heb je te weinig van dit hormoon dan zal er teveel urineproductie (polyurie) plaatsvinden


Slide 21 - Diapositive

Hormonen nieren
  • Lage RR -> Renine 
-> verhoogt RR & terugresorptie natrium
  • Erythropoetine (EPO) 
-> aanmaak rode bloedcellen
  • Vit D3 omzetten naar actief vit. D 
-> Calciumopname botten

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Samenstelling van urine

- water

- zouten

- ureum, creatinine

- vitaminen

- galkleurstoffen

- medicijnen

- onbruikbare stoffen/cellen


Slide 25 - Diapositive

Urinewegen

De urinewegen zorgen voor de afvoer van de urine vanuit de beide nierbekkens.



- urineleiders (ureters)

- urineblaas

- urinebuis of plasbuis (urethra)

Slide 26 - Diapositive

Blaas

  • Is een holle spier
  • Urine wordt door peristaltische bewegingen voortbewogen naar blaas.
  • Opslag urine
  • 350 ml urine -> mictiedrang
  • Urineleider afgesloten door verhoogde druk -> ventielwerking




Slide 27 - Diapositive

Urethra = urinebuis

Verschillen man/ vrouw:
- Urinebuis bij de man is 20 cm lang
- urinebuis bij de vrouw is 2.5 tot 4 cm
- verbinding met de buitenwereld

Slide 28 - Diapositive

Plassen

Spieren in de blaaswand en de sluitspier worden door het zenuwstelsel automatisch geregeld 


  • Spieren in de blaaswand trekken zich samen
  • Gelijktijdig opent zich de sluitspier om de urethra
  • Samen met de bekkenbodemspieren zorgt de sluitspier ervoor dat de urine geleidelijk de blaas via de plasbuis verlaat 


Slide 29 - Diapositive

Bedenk drie ziektebeelden die te maken 
krijgen met nierfunctiestoornissen
- 1 ziektebeeld waarbij de oorzaak voor de nier kan worden gevonden (pre renaal)
- 1 ziektebeeld waarbij de oorzaak in de nier kan worden gevonden (renaal)
- 1 ziektebeeld waarbij de oorzaak na de nier kan worden gevonden (post renaal)
Beschrijf de ziektebeelden aan de hand van de symptomen, onderzoeken en de behandeling.


Slide 30 - Diapositive

Evaluatie lesdoelen

Slide 31 - Diapositive