Herhaling Cellen

Herhaling Cellen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AfpMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Cellen

Slide 1 - Diapositive

Waar of niet waar?
Het celmembraan is halfdoorlaatbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar: cytoplasma bestaat uit 75% uit voedingsstoffen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat betekend semipermeabel?
A
Niet doorlaatbaar
B
Doorlaatbaar
C
Halfdoorlaatbaar
D
Dun vliesje

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar. De stoffen in het cytoplasma zijn belangrijk voor de celstofwisseling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar? Cytoplasma wordt minder vloeibaar als we ouder worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welke celdeling vindt plaats in de rijpe geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Mitose
C
Meiose
D
-

Slide 7 - Quiz

Hoe wordt de wand om de celkern genoemd?
A
Celmembraan
B
Kernmembraan
C
Kernvlies
D
Celwand

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar? Het kernmembraan is halfdoorlaatbaar (semipermeabel)
A
Waar
B
Niet waar
C
-
D
-

Slide 9 - Quiz

Welke celdeling vindt plaats bij lichaamscellen, m.u.v. de rijpe geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Mitose
C
Meiose
D
-

Slide 10 - Quiz

Wat behoord onder animale levensverrichtingen?
A
Stofwisseling
B
Voortplanting
C
warmte, kou, druk
D
Groei

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar? Chromosomen bestaan uit DNA
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Waar of niet waar? Tijdens de meiose vindt een exacte kopie van de cel plaats
A
Waar
B
Niet waar
C
-
D
-

Slide 13 - Quiz

Bij welke celdeling halveert het aantal chromosomen in de cel?
A
Directe celdeling
B
Mitose
C
Meiose
D
Dit gebeurd nooit

Slide 14 - Quiz

Waaruit is weefsel opgebouwd?
A
Miljoenen cellen
B
Één cel
C
Organen

Slide 15 - Quiz

Deelt de cel van een bacterie zich direct of indirect?
A
Direct
B
Indirect

Slide 16 - Quiz