4.1 Opkomst van steden

Tijdvak 4: Steden en staten
Paragraaf 1: De opkomst van steden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tijdvak 4: Steden en staten
Paragraaf 1: De opkomst van steden

Slide 1 - Diapositive

Vragen die je kunt beantwoorden aan het einde van de les:
  • Op welke wijze heeft verstedelijking in Europa plaatsgevonden?
  • Op welke wijze gingen handel en nijverheid samen ten tijde van de verstedelijking?
  • Op welke wijze is de geldeconomie ontwikkeld?


In deze les:
  Kenmerkend aspect:
 De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving



Slide 2 - Diapositive

Oorzaak en gevolg
Continuïteit en verandering
Historische vaardigheid

Slide 3 - Diapositive

Tijdvak 4: Steden & Staten

Slide 4 - Diapositive

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten 
  • (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel -> Waterwegen zijn belangrijk
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe

Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ambacht is een gespecialiseerd beroep. Denk bijvoorbeeld aan pottenbakken, een smid of het maken van visnetten.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde. Dat is een soort vakbond vereniging
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
Ambachten en gilde

Slide 9 - Diapositive

De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.

Slide 10 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Jullie gaan opdrachten maken
Pak je werkboek erbij en maak opdrachten 1, 3cd, 5, 15 en 17

Klaar? Begin vast met paragraaf 2.
Je gaat zelf een verbandenschema maken van paragraaf 4.2. In het schema komt naar voren hoe de stedelijke burgerij kon ontstaan en wat de gevolgen waren van de opkomst van de stedelijke burgerij.
Dit doe je in de volgende stappen:
1. Lees paragraaf 4.2
2. Schrijf de belangrijkste kenmerken van de paragraaf in je schrift
3. Bepaal op welke manier je de oorzaken en gevolgen inzichtelijk wil maken. Je bent vrij in de manier waarop je dit wilt doen. Als jij zelf een manier bedenkt heb je een grotere kans dat de stof goed blijft hangen.


Aan de slag

Slide 14 - Diapositive