Miniles : Woordenboekgebruik

Miniles
Woordenboekgebruik

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Introduction

Methode: SCORE, micro vaardigheden: alfabet & woordenboek gebruiken.

Instructions

Deze leestraining biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van de woordenschat en lezen op microniveau: het begrijpen van de tekst op woord- en zinsniveau. 
In het volgsysteem van SCORE ziet u of leerlingen hiermee moeite hebben.

U kunt deze training verdeeld over meerdere lessen geven.

Inhoud
1. Het alfabet
2. Een woordenboek gebruiken
3. Woorden opzoeken op internet
4. Woordbetekenis raden
5. De betekenis van een uitdrukking vinden

Éléments de cette leçon

Miniles
Woordenboekgebruik

Slide 1 - Diapositive


1 Het alfabet 

Slide 2 - Diapositive

Typ het alfabet
(zonder spaties of hoofdletters)

Slide 3 - Question ouverte

Welke letters staan in
alfabetische volgorde?
A
H P N
B
O Q U
C
M G V
D
D K J

Slide 4 - Quiz

Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?
A
H- I -J
B
L-M-O
C
P-Q-S
D
L-M-N

Slide 5 - Quiz

Waar staan de woorden in
alfabetische volgorde?
A
boek, krant ,tijdschrift
B
tijdschrift, boek, krant
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift

Slide 6 - Quiz

Waar staan de woorden in
alfabetische volgorde?
A
pizza - pannenkoek - patat
B
pannenkoek - pizza - patat
C
pannenkoek - patat -pizza
D
patat - pannenkoek - pizza

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Carte mentale

Waar staan de woorden in
alfabetische volgorde?
A
eetcafé - eettafel -eetkamer
B
eetkamer - eettafel - eetcafé
C
eettafel - eetkamer - eetcafé
D
eetcafé- eetkamer - eettafel

Slide 9 - Quiz


2 Het woordenboek en het alfabet

Slide 10 - Diapositive

Waar heb jij weleens een woordenboek voor gebruikt?

Slide 11 - Question ouverte

Welke informatie kun je NIET vinden in het woordenboek?
A
betekenis van woorden en afkortingen
B
spelling, lidwoorden en meervouden
C
betekenis van spreekwoorden en gezegden
D
betekenis van veel samenstellingen

Slide 12 - Quiz

Waar zoek je het woord in het woordenboek?
Sleep het woord naar het juist antwoord.
voorin
middenin
achterin
controle
xylofoon
moeiteloos

Slide 13 - Question de remorquage

Bovenaan een bladzijde uit het woordenboek staan twee woorden. Welke uitspraak hierover is waar?
A
Dit zijn de eerste twee woorden op die bladzijde.
B
Dit zijn het eerste en het laatste woord op die pagina.
C
Dat zijn de moeilijkste woorden op die pagina.
D
Deze woorden geven het onderwerp van die pagina aan.

Slide 14 - Quiz

Je wilt het woord spectaculair opzoeken. Op welke pagina vind je dat?
A
op de pagina met soep en stoel
B
op de pagina met spelen en suiker
C
op de pagina met spatbord en speelschuld speciaal en
D
op de pagina met spierpijn en spin

Slide 15 - Quiz


Het opzoeken van woorden in een woordenboek vind ik ...
A
makkelijk
B
soms lastig
C
vaak lastig
D
erg moeilijk

Slide 16 - Quiz