Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Vandaag
afronden paragraaf 1.1
determineren blz. 16 + korte herhaling
start paragraaf 1.2
Blz. 20 t/m 26
zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
1.2 Plantenrijk
Orgaan = een deel van een organisme met een eigen taak
Weefsel = een groep cellen met dezelfde bouw en functie
Organisme - orgaanstelsel - orgaan - weefsel - cel
Slide 2 - Diapositive
Alle organismen hebben organen. Planten dus ook.
Slide 3 - Diapositive
Organen planten
Planten hebben ook organen.
De organen van planten zijn:
Bloem
Blad
Stengel
Wortel
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn de kenmerken van een planten cel?
Slide 5 - Diapositive
Plantenrijk
Planten cel bestaat:
celwand: bescherming
celmembraan: transport
cytoplasma: stroperige vloeistof
celkern: regelt alles in de cel
bladgroenkorrel: fotosynthese
vacuole: blaasje, stevigheid
Slide 6 - Diapositive
Hoe krijgt een plant stevigheid ???
Slide 7 - Diapositive
Stevigheid
Kruidachtige planten: hebben water nodig voor stevigheid.
Houtachtige planten: hebben houtstof voor stevigheid; blijven doorgroeien.
Slide 8 - Diapositive
Stevigheid bij planten
Planten kunnen stevigheid krijgen door water. Zolang de wortels water kunnen opnemen blijft de plant stevig. Wanneer er onvoldoende water is, gaat de plant slap hangen.
Planten die hun stevigheid krijgen door water noemen we kruidachtige planten.
Slide 9 - Diapositive
Stevigheid door water
Slide 10 - Diapositive
Houtachtige planten
De stam en takken bestaan uit dikke celwanden: houtcellen