Hoofdletters en aanhalingstekens 2e 13 april

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je wanneer je hoofdletters gebruikt. 

Aan het eind van deze les weet je wanneer je aanhalingstekens moet gebruiken 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je wanneer je hoofdletters gebruikt. 

Aan het eind van deze les weet je wanneer je aanhalingstekens moet gebruiken 

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk

Maak opdracht 2 (blz. 155) en opdracht 3 (blz. 157)

Slide 2 - Diapositive

1 ‘Merel, wil jij vanavond op Sam passen als wij bij de familie Van Leersum zijn?’, vroeg haar vader.
2 Vaak stellen we dingen uit, omdat we denken: dit kan wel wachten tot morgen.
3 ’Enig,’ riep de opticien uit, ‘deze bril van Gucci staat u geweldig!’

Slide 3 - Diapositive

4 ‘In mijn boek ‘Het nieuwe dieet’ vertel ik hoe je snel kunt afvallen zonder hongergevoel’, zei de Franse schrijfster.
5 Op de deur van reisbureau Holiday hangt een briefje met de tekst ‘Wegens omstandigheden gesloten’.
6 De laatste woorden van de Romeinse keizer Nero waren: ‘Een groot kunstenaar gaat met mij heen’.

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 3 (blz. 157)
Werkwoordspelling

Slide 5 - Diapositive

Aan de slag

Maak opdracht 2 (blz. 156)


Slide 6 - Diapositive

opdracht 2
1  berichtte; stonden;  wachten
2 opgeschepte; afgekoeld;  smaakte
3  vind; beantwoordt
4 reageert; e-mailt; appt
5 vermoedt; bemoeit
6 uitgejoeld; juichten


Slide 7 - Diapositive


Debatteren

Slide 8 - Diapositive


Alle kinderen zonder broertje of zusje moeten
een huisdier krijgen.

Slide 9 - Diapositive


Alle lantaarnpalen moeten ‘s nachts uit.


Slide 10 - Diapositive


Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.



Slide 11 - Diapositive


TikTok op school moet verboden worden.




Slide 12 - Diapositive