6.4 Hoe dragen we ons steentje bij

6.4 Hoe dragen we ons steentje bij
1. Je leert hoeveel ontwikkelingshulp een land moet bieden.
2. Je leert het verschil tussen Oxfam Novib en de Wereldbank.
3. Je leert wat Fairtrade producten zijn.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.4 Hoe dragen we ons steentje bij
1. Je leert hoeveel ontwikkelingshulp een land moet bieden.
2. Je leert het verschil tussen Oxfam Novib en de Wereldbank.
3. Je leert wat Fairtrade producten zijn.

Slide 1 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met een duurzame onderneming?

Slide 2 - Question ouverte

Als je een ontwikkelingsland wilt helpen, dan maak je geld over aan
A
De Wereldbank
B
Oxfam Novib

Slide 3 - Quiz

Een land moet minimaal 0,7% uitgeven aan ontwikkelingshulp van het Nationaal inkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Nederland heeft €820 miljard nationaal inkomen. Bereken hoeveel ze uitgaven aan ontwikkelingshulp.

Slide 5 - Question ouverte

De verkoopprijs van een t shirt is €25. Hiervan gaat €0,16 naar de fabrieksarbeider. Hoeveel % is dit?
A
6,4
B
0,64
C
3,8
D
0,38

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het als een bedrijf maatschappelijk verantwoord onderneemt?

Slide 7 - Question ouverte

Fairtrade chocolade is duurder dan gewone. Waarom?

Slide 8 - Question ouverte

Ontwikkelingshulp die een land alleen mag uitgeven aan bepaalde bedrijven heet:
A
Gebonden hulp
B
Ongebonden hulp
C
Noodhulp
D
Structurele hulp

Slide 9 - Quiz

Als men voedsel gaat leveren bij een oorlog dan is er sprake van:
A
structurele hulp
B
gebonden hulp
C
noodhulp
D
ongebonden hulp

Slide 10 - Quiz

Wat is een microkrediet? Leg dit uit.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor kredietkosten?

Slide 12 - Question ouverte

Bij een monocultuur heeft een land altijd exportinkomsten van meerdere landbouwproducten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Schrijf de formule op van hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking berekend.

Slide 14 - Question ouverte