KM1A Gedichten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.

Nederlands

2. Op je tafel liggen:

Leesboek, Lesboek, Schrift en je Pen.

3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.

4. We houden het lokaal netjes.

Planning vandaag 8 april 2025

1. 📖 Leesmoment;
2. 📢Uitleg Gedichten;
3. ✍️Zelfstandig opdrachten maken/nakijken;
4. ✅Evaluatie op de leerdoelen/lesdoelen.

5 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Maak samen een woordenlijst van de Woorden van de Week (woord + betekenis + voorbeeldzin). Controleer of je cursus 3 paragraaf 1, 2 en 3 af hebt.

Het huiswerk voor deze les was:

Terugblik vorige les

Aantekeningen maken

Lesdoelen en leerdoelen 

 ✅ Ik kan uiteggen🗣️ waar gedichten over gaan  

 

Welke gedichten ken je?

Kenmerken gedichten

• 📄 Woorden en zinnen van een gedicht staan op een bijzondere manier op de bladzijde.
• 📘 Een gedicht heeft minder woorden dan een gewoon verhaal.
• 🎵 Soms rijmen de regels op elkaar, maar dat hoeft niet.
• 🧱 Een gedicht is in stukjes verdeeld → dat noem je STROFEN.
• ✨ Een gedicht vertelt iets op een mooie, leuke of bijzondere manier.

Vragen

1. Welke kenmerken van een gedicht herken je?
2. Welke woorden rijmen op elkaar.

Lees 📖	Lees de teksten en de opdrachten goed.
Maak✏️	Maak van Cursus 3 paragraaf 4 Gedichten opdracht 1 t/m 3 blz. 79 t/m 80.
Hoe💬	In je eigen leerboek/schrift, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd⏳	10-15 minuten, daarna als er tijd voor is gaan we nakijken of een spel doen.
Klaar?✅	1. Laat je werk zien aan de docent; 2. Maak de opdrachten van Cursus 4 Taal paragraaf 6 voor- en achtervoegsels opdracht 1 t/m 3 blz. 98 t/m 99.
Leerdoel 🎯	1. ✅ Ik kan uiteggen🗣️ waar gedichten over gaan

Lesdoelen en leerdoelen 
Cursus 3 Fictie

📄 Paragraaf 1:

✅ Ik weet wat fictie en non-fictie is✏️

📄 Paragraaf 2:

✅ Ik kan een personage beschrijven 📘🔍

📄 Paragraaf 3:

✅ Ik ken de verschillende genres🧠
📄 Paragraaf 4:

✅ Ik kan uiteggen🗣️ waar gedichten over gaan  

 

📢 Aankondiging SO Nederlands

🗓️ Wanneer? Maandag 14 april

📚 Wat moet je kennen en kunnen?
📄 Paragraaf 1: ✅ Ik weet wat fictie en non-fictie is✏️

📄 Paragraaf 2: ✅ Ik kan een personage beschrijven 📘🔍

📄 Paragraaf 3: ✅ Ik ken de verschillende genres🧠

📄 Paragraaf 4: ✅ Ik kan uiteggen🗣️ waar gedichten over gaan  
📄 Woorden van de Week✅ Ik ken de Woorden van de Week

✅ Tip: Leer de woorden en begrippen goed, oefen met voorbeeldzinnen en bekijk je aantekeningen!

Open je boek op blz. 79 en lees en kijk mee.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze lessen?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Wat hebben we geleerd? 

Ik weet wat de kenmerken van gedichten zijn.

Tot de volgende les!

Tot morgen!

Tot vrijdag!