HUISWERK 2.4 Bewoonbare aarde

De bewoonbare aarde




Hoofdstuk 2 | paragraaf 4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De bewoonbare aarde




Hoofdstuk 2 | paragraaf 4

Slide 1 - Diapositive

Wat is het weer?
A
de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
B
het gemiddelde weer in een groot gebied over 30 of 40 jaar.

Slide 2 - Quiz

Sleep de juiste klimaten naar de juiste plek op de kaart.
Poolklimaat
Poolklimaat
Gematigd klimaat
Gematigd klimaat
Woestijnklimaat
Woestijnklimaat
Tropisch klimaat

Slide 3 - Question de remorquage

Welk kenmerk past bij het poolklimaat?
A
Temperatuur: Het hele jaar warm Neerslag: weinig neerslag
B
Temperatuur: Het hele jaar koud Neerslag: weinig neerslag
C
Temperatuur: Het hele jaar koud Neerslag: veel neerslag
D
Temperatuur: Het hele jaar warm Neerslag: veel neerslag

Slide 4 - Quiz

Welk kenmerk past bij het tropisch klimaat?
A
Temperatuur: Het hele jaar warm Neerslag: weinig neerslag
B
Temperatuur: Het hele jaar koud Neerslag: weinig neerslag
C
Temperatuur: Het hele jaar koud Neerslag: veel neerslag
D
Temperatuur: Het hele jaar warm Neerslag: veel neerslag

Slide 5 - Quiz

Welk kenmerk past bij het woestijnklimaat?
A
Temperatuur: erg heet of minder warm Neerslag: bijna geen neerslag
B
Temperatuur: erg heet Neerslag: bijna geen neerslag
C
Temperatuur: erg heet of minder warm Neerslag: veel neerslag
D
Temperatuur: erg heet Neerslag: veel neerslag

Slide 6 - Quiz

Welk kenmerk past bij het gematigd klimaat?
A
Temperatuur: koud Neerslag: hele jaar neerslag
B
Temperatuur: warm Neerslag: hele jaar neerslag
C
Temperatuur: niet warm niet koud Neerslag: droge perioden
D
Temperatuur: niet warm niet koud Neerslag: hele jaar neerslag

Slide 7 - Quiz

Welk klimaat is het best bewoonbaar?
A
Poolklimaat
B
Gematigd klimaat
C
Woestijnklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 8 - Quiz

tropisch
klimaat
droog
klimaat
pool
klimaat
gematigd
klimaat

Slide 9 - Question de remorquage

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd (30-40 jaar)
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 10 - Quiz

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 12 - Question ouverte

Welke klimaten kom je tegen vanaf de evenaar richting de noord/zuidpool

Slide 13 - Question ouverte

In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 14 - Quiz

Op welk schaalniveau heb je de klimaten, landschap en bevolkingsspreiding nu bekeken in deze les?
A
Lokale schaal
B
Continentale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 15 - Quiz

Omschrijf het weer van vandaag, zeg iets over de temperatuur, neerslag, zon/wolken en de wind

Slide 16 - Question ouverte

1. Het poolklimaat is op hoge breedte
2. Het grootste gedeelte van Australië heeft een droog klimaat.
3. Bij een tropisch klimaat valt hele jaar door veel neerslag.
4. Het poolklimaat komt alleen maar voor bij de Noord- en Zuidpool.
5. Afrika en Australië zijn de enige continenten zonder poolklimaat
6. Bij gematigd klimaat bestaat de neerslag meestal uit sneeuw

Welke uitspraken zijn goed? 
Goede antwoorden zijn......
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Slide 17 - Question de remorquage

Waarom is een gebied dunbevolkt? 
Om het antwoord te vinden heb je de atlas nodig....
te hoog
te droog
te nat
te koud
Amazone
Sahara
Siberië
Australië
West-China
Himalaya
Groenland
Noord-Canada

Slide 18 - Question de remorquage