Gemeente en provincies

Gemeente en provincies
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Gemeente en provincies

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij de gemeenteraad?

Slide 2 - Question ouverte


Wat zijn taken van de gemeenteraad?

Slide 3 - Question ouverte

Er zijn verkiezingen voor de gemeenteraad, waar ik voor kan stemmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe vaak worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 3 jaar
C
Elke 4 jaar
D
Elk jaar

Slide 5 - Quiz

Welke partij heeft bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in het hof van Twente de meeste zetels behaald?
A
CDA
B
VVD
C
D66

Slide 6 - Quiz


Wat is een fractie?
A
Een groep wethouders
B
Burgemeester + wethouders
C
Leden van dezelfde politieke partij
D
Politieke partij die niet in de gemeenteraad zit

Slide 7 - Quiz

Wat zijn taken van de provinciale staten?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe wordt de voorzitter van de Provinciale Staten genoemd?
A
Burgemeester
B
Dijkgraaf
C
Commissaris van Nederland
D
Commissaris van de Koning

Slide 9 - Quiz

De leden van de Provinciale Staten mogen ook de leden van de/het ... kiezen
A
Waterschappen
B
Eerste Kamer
C
Kabinet
D
Tweede Kamer

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de taken van de waterschappen?

Slide 11 - Question ouverte

Mag je stemmen voor de waterschappen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Sinds wanneer hebben we ook alweer algemeen kiesrecht?
A
1917
B
1918
C
1919
D
1920

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het hoofd/de voorzitter van een waterschap
A
Commissaris
B
Dijkgraaf
C
Waterman
D
Voorzitter

Slide 14 - Quiz

Wat is een referendum?
A
vergadering van burgemeesters
B
volksstemming
C
het kabinet valt
D
foute telling in de verkiezingen

Slide 15 - Quiz

Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
50
B
75
C
120
D
150

Slide 16 - Quiz

Wanneer is de grondwet herschreven?
A
1688
B
1877
C
1848
D
1917

Slide 17 - Quiz

De koning heeft stemrecht tijdens de verkiezingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Feedback: Wat vond je van deze les?

Slide 19 - Question ouverte