Vwo 2 - K7: Paragraf E: Grammatik

VWO 2 - Woche 10 - Stunde 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

VWO 2 - Woche 10 - Stunde 1

Slide 1 - Diapositive

Planung

Besprechen: Paragraf D: Lesen
Wortschatz: Quizlet live

Grammatik: de 4e naamval
  • Grammatik: Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval (Akkusativ)


Selbstständig arbeiten: Weektaak
  • Grammatik: Aufgabe 20 bis 23
  • Lernen: Lernliste A, B, C, D (NL-DU & DU-NL 






Ziele

  • Je kent het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval.

  • Je kent de voorzetsels met de 4e naamval.





Slide 2 - Diapositive

Personalpronomen Akkusativ (4e naamval)
mich
es
uns
euch
sie (mv)
sie (ev)
dich
Sie
ihn
wen?
mij
haar
ons
jou
hen
het
jullie
u
hem
wie?

Slide 3 - Question de remorquage

1e naamval
ich  - ik 
du   - jij
er    - hij
sie  - zij
es   - het
wir  - wij
ihr   - jullie
sie   - zij
Sie   - u
wer  -wie?
4e naamval
mich     - mij
dich      - jou
ihn         - hem
sie         - haar
es          - es       
uns        - ons
euch     - jullie
sie         - hen
Sie        - u
wen     - wie?

Slide 4 - Diapositive

Voorzetsels met Akkusativ4e naamval:

durch - door
für - voor
gegen - tegen
ohne - zonder
um - om
bis - tot 
entlang - langs
uitleg
Na deze voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

Slide 5 - Diapositive

1) Sie hat (zonder hem) gesungen.
    ohne (+4 ) ihn

2) Erik hat sich (tegen mij) gestoßen.
    gegen (+4 ) mich

3) (Om ons) brauchst du dich keine Sorgen zu machen.
     um (+4) uns

4) (Voor wie) ist der Spiegel?
     für (+4) wen
uitleg

Slide 6 - Diapositive

Ich habe das für .... (jullie) gemacht.
A
uns
B
ihr
C
euch
D
sie

Slide 7 - Quiz

Alles dreht um .... (mij).
A
mir
B
me
C
ich
D
mich

Slide 8 - Quiz

Warum machst du dich Sorgen um (hij)?
A
er
B
ihm
C
ihn
D
ihnen

Slide 9 - Quiz

Wer spielt morgen gegen ..(ons)?

Slide 10 - Question ouverte

Ohne (jou).... will ich hier nicht wohnen.

Slide 11 - Question ouverte

Grammatik
 Gemeinsam: Video Grammatik B + Aufgabe 20 bis 29 besprechen
Selbstständig machen: Paragraf E: Aufgabe 20 bis 29

Fertig = Wochenaufgaben abschließen
  • Afmaken: Paragraf D: Lesen & Paragraf A, B, C verbeteren. 
  • Slim Stampen Paragraf B: Kies 2 & Invul 2
  • Slim Stampen: Paragraf D: Lesen


Slide 12 - Diapositive

       Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder 
om
tot
durch 
  für
gegen
ohne
um
bis

Slide 13 - Question de remorquage

Nächste Stunde
Wochenaufgaben besprechen (K7: Paragraf D & E + slim stampen)
Wiederholen: persoonlijk voornaamwoord 1e & 4e naamval & voorzetsels
Sprechen: Fragen stellen und beantworten zum Thema wohnen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive