Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordvolgorde in de Nederlandse zin
Woordvolgorde in de zin
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordvolgorde in de zin
Slide 1 - Diapositive
Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp
persoonsvorm
iets anders (
O
P
A)
Jan
loopt
naar school
Ik
werk
elke dag
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Zin met inversie (
a
p
o
)
Als de zin met iets anders dan het onderwerp begint, bijvoorbeeld de tijd of de plaats:
Anders
persoonsvorm
onderwerp
Morgen
ga
ik
voetballen
Om vijf uur
kom
ik
Slide 4 - Diapositive
In welke zin is de volgorde goed?
A
Ik morgen ga naar huis
B
Ik ga morgen naar huis
C
Morgen ik ga naar huis
D
Naar huis ik ga morgen
Slide 5 - Quiz
In welke zin is de volgorde NIET goed
A
Gisteren fietste ik met mijn broer
B
Gisteren ik fietste met mijn broer
C
Ik fietste gisteren met mijn broer
D
Met mijn broer fietste ik gisteren
Slide 6 - Quiz
Zin met gewone volgorde
Zin met inversie
Gisteren ben ik gevallen
Ik hou van pannenkoeken
Patat vind ik niet lekker.
Jan en Piet voetballen samen
Over een week begint de vakantie
Slide 7 - Question de remorquage
Maak een zin met inversie en een zin onder inversie met de volgende woorden:
liep ik gisteren naar de stad
Slide 8 - Question ouverte
Heeft deze zin wel of geen inversie?
Volgende week hebben we vakantie
A
wel inversie
B
geen inversie
Slide 9 - Quiz
Heeft deze zin wel of geen inversie?
Maria en Maarten maken samen huiswerk
A
wel inversie
B
geen inversie
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Welke zin is NIET goed
A
Ik voetbal en ik tennis.
B
Ik voetbal, maar tennis ik niet.
C
Ik voetbal, maar ik tennis niet.
D
Ik voetbal of ik tennis
Slide 12 - Quiz
Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar school elke dag gaan
Slide 13 - Question ouverte
Maak twee zinnen, één met en één zonder inversie met de volgende woorden:
we vakantie hebben volgende week gelukkig
Slide 14 - Question ouverte
zonder inversie
We hebben volgende week gelukkig vakantie.
Met inversie
Volgende week hebben we gelukkig vakantie.
Gelukkig hebben we volgende week vakantie.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Woordvolgorde in de Nederlandse zin
Mars 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
mening geven en woordvolgorde in de zin 3R8B
Mai 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Inversie
Octobre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Inversie
Novembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
Juillet 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
Avril 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1