30/10 - H1 Grenzen - Taalverzorging - Spelling

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

• Telefoon op stil in de (telefoon)tas;
• Meld je alvast aan voor deze LessonUp (code onderin).

Check-In
Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

Stel jij bent de directeur van deze school. Hoe zie jij het telefoonverbod voor je? Welke oplossingen kan jij bedenken?

Ik neem jullie antwoorden mee naar een panelgesprek.

Doelen

Aan het einde van de les:

- weet je hoe je hoofdletters, punten en vraagtekens moet gebruiken (1F);

- weet je hoe je hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten moet gebruiken (2F);

- weet je hoe je komma's moet gebruiken (3F).

Programma             45 minuten

Startopdracht

Instructie

Toepassen

Check-out

10 minuten

10 minuten

20 minuten 

 5 minuten

Startvraag:

Typ deze zin met hoofdletters en leestekens op de juiste manier:
wil jij dat even voor mij pakken

Startvraag:

Typ deze zin met hoofdletters en leestekens op de juiste manier:
en toen zei hij kan je dat niet zelf

Startvraag:

Typ deze zin met hoofdletters en leestekens op de juiste manier:
houd daarmee op

Instructie

Komma

Wat: Een klein haakje onderin de zin.

Hoe: 

- Tussen twee persoonsvormen.

Als je de grens overgaat, moet je een paspoort meenemen.

- Voor voegwoorden (maar niet voor en) zoals: omdat, want, maar, terwijl, daardoor.

Jens gaat naar Zweden, omdat hij aan een toernooi meedoet. 

- Tussen delen van een opsomming.

De Benelux bestaat uit België, Nederland en Luxemburg.

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

In stilte

Instructie

Dubbele punt en aanhalingstekens

Wat: Hiertussen staat wat letterlijk door de persoon wordt gezegd. Dit heet een citaat.

Hoe: 

Stap 1: Zet voor het citaat een dubbele punt. 

Stap 2: Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of  

              uitroepteken. 

Stap 3: Zet het citaat tussen twee aanhalingstekens. Bijvoorbeeld:

Jelte vroeg: ' Kunt u mij meer informatie geven?' 

Tijdens de gymles gilde Sharon: 'Dat durf ik niet!'

Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. Je zet achter het citaat een komma, vraagteken of uitroepteken. 

Bijvoorbeeld: 

– ‘De roosterwijzigingen staan op de website’, zei meneer Van Dam.

– ‘We zijn kampioen!’ joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.

Programma

Instructie

Toepassen

Check-out

In stilte

Toepassen

Opdracht

Wat: vragen over leestekens en hoofdletters.

Hoe: Via LessonUp

Programma

Toepassen

Check-out

In stilte

Neem de zin over en zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

1. in belgië worden drie talen gesproken nederlands frans en duits

Neem de zin over. Zet aan het eind van elke zin het juiste leesteken. Gebruik een hoofdletter, een dubbele punt en aanhalingstekens bij de citaten.

2. Hoewel we op tijd vertrokken zijn kwamen we net op tijd op Schiphol aan

Neem de zin over. Zet aan het eind van elke zin het juiste leesteken. Gebruik een hoofdletter, een dubbele punt en aanhalingstekens bij de citaten.

3. de straat is afgezet want door de storm is een boom omgewaaid

Neem de zin over. Zet aan het eind van elke zin het juiste leesteken. Gebruik een hoofdletter, een dubbele punt en aanhalingstekens bij de citaten.

4. jimmy hoeveel fouten mag je eigenlijk hebben in je theorie-examen

Verander de zin in een zin met een citaat dat vooraan staat.
Voorbeeld: ‘Ik ben blij’, zei Shaniya.

1. Jorn riep tegen de oppasser dat de tijgerkooi openstond.

Verander de zin in een zin met een citaat dat vooraan staat.
Voorbeeld: ‘Ik ben blij’, zei Shaniya.

2 De scheidsrechter deelde mee dat de bal toch echt uit was.

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

1. zijn jullie ook bij het drielandenpunt geweest deze zomer

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

2. ido is een half uurtje later op training omdat hij een lekke band heeft

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

3. de organisatie legde uit als je over de finish komt krijg je een medaille een flesje drinken en een broodje

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

4. wanneer ik morgen niet beter ben kom ik niet trainen meldt job bij de trainer

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

5. de grootste havens in europa zijn de havens van rotterdam antwerpen en hamburg

Neem de zin over. Gebruik leestekens en hoofdletters waar dat moet.

6. laura vroeg aan isa hoe heb je dat nou weer gefixt

Doelen bereikt?

Aan het einde van de les:

- weet je hoe je hoofdletters, punten en vraagtekens moet gebruiken (1F);

- weet je hoe je hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten moet gebruiken (2F);

- weet je hoe je komma's moet gebruiken (3F).

Volgende les

Taalverzorging: Zinsdelen

Check-Out:

Wat doe jij graag ter ontspanning?