Do 9 nov Tekstdoel, tekstsoort

Tekstdoelen & tekstsoorten
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tekstdoelen & tekstsoorten

Slide 1 - Diapositive

Terugblik tekstdoelen & tekstsoorten

Slide 2 - Diapositive

Tekstdoel + Tekstsoort
Tekstdoel
Tekstsoort
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 3 - Diapositive

Tekstdoelen & Tekstsoorten
Tekstdoel
Tekstsoort
informeren
krant, verslag
leren of uitleggen
studieboek, recept
iets laten doen
reclametekst, advertentie
mening geven
recensie
amuseren
verhaal, strip

Slide 4 - Diapositive

Manieren van lezen

Oriënterend
Globaal
Intensief
Kritisch


Slide 5 - Diapositive

Drie manieren van lezen

Slide 6 - Diapositive

Drie manieren van lezen
Verkennend lezen
Je leest een tekst verkennend om te kunnen voorspellen waar hij over gaat: het onderwerp van de tekst.
Zo kun je zien of de tekst past bij je leesdoel.
Zoekend lezen
Je leest dan niet de hele tekst, maar je gaat in een tekst het antwoord op een vraag zoeken.
Je kijkt de tekst snel door, je let op de tussenkopjes en op anders gedrukte woorden.
Grondig lezen
Je leest de tekst helemaal goed door, omdat je meer wilt weten over het onderwerp.
Moeilijke zinnen lees je extra aandachtig. Als je een tekst grondig gelezen hebt, kun je vragen over de tekst beantwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
aansporen
amuseren
amuserende tekst
aansporende tekst
informeren
informerende tekst
krantenartikel
advertentie
stripverhaal

Slide 8 - Question de remorquage

1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie

Slide 9 - Question de remorquage

1. Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoorten?
informatieve tekst
Meninggevende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
advertentie
nieuwsbericht
liedtekst
recensie

Slide 10 - Question de remorquage

Leesstrategie
Mening
Zoekend lezen
Feit
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Iets wat werkelijk zo is.
Opinie of opvatting
Manier van lezen met een duidelijk doel.
zoekend
Nauwkeurig
Verkennend
Kun je controleren.
Standpunt of oordeel
Iets wat iemand vindt.
Je leest niet de hele tekst, maar zoekt antwoord op de vraag die je hebt.
Je wilt een eerste indruk krijgen.
Je wilt de tekst begrijpen.

Slide 11 - Question de remorquage

Op welke manier van lezen vind je begrippen?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen

Slide 12 - Question de remorquage

Sleep de situaties naar de juiste manier van lezen
Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen
Je leest in een handleiding hoe je een kast in elkaar moet zetten
Je leest een tekst uit een leerboek waar je vragen over moet beantwoorden
Je bladert door een tijdschrift en kijkt welk artikel je interessant vindt om te lezen.
Je leest op internet een artikel dat je interesseert.

Slide 13 - Question de remorquage

Op welke manier van lezen vindt je het onderwerp/deelonderwerpen/hoofdgedachte?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
B
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
C
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 15 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Uitleggen

Slide 16 - Quiz

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 17 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 18 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 19 - Quiz


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 20 - Quiz

Bij de strip heb je een tekstdoel genoemd. Wat is GEEN kenmerk van dit tekstdoel?
A
Het speelt zich af op een bepaalde plaats.
B
Er is sprake van een plot.
C
Het is grappig om te lezen.
D
Het speelt zich af in een bepaalde tijd.

Slide 21 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 22 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 23 - Quiz

Huiswerk voor ma 13 nov
Maak opdr. 1 en 2 op blz.36 en 38



Leer de gele kaders op blz. 36 en 37
Tekstdoelen en tekstsoorten
Leesmanieren






Slide 24 - Diapositive