04. 3T H3.4 (-3-25) leeg

H3 De winkel in
KGT Paragraaf 4: 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H3 De winkel in
KGT Paragraaf 4: 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 3 paragraaf 4
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Deze kun je terugvinden in teams
Neem deze over in je schrift

Slide 3 - Diapositive

Omrekenen week/jaar/maand

Slide 4 - Diapositive


BK

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 

(incl rekentrainer)


KGT

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 3

(incl rekentrainer)

Huiswerk

Slide 5 - Diapositive

Rekentrainer
Controleren

Slide 6 - Diapositive

Bespreken
opdracht 

Slide 7 - Diapositive

Formule:
Omzet
 inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-

-

Slide 8 - Diapositive

3.2 opdracht 6
c) Hoeveel zijn haar gemiddelde ontvangsten per maand samen?
d) Hoeveel procent van haar gemiddelde ontvangsten per
maand bestaat uit overdrachtsinkomen?
Rond af op hele procenten.





  1. Waar komt ? 
  2. Zet je gegevens in een tabel
  3. Bepaal waar de 1 komt te staan
  4. Reken uit
  5. Geef antwoord op de vraag.
Stappenplan:
%

Slide 9 - Diapositive

3.2 opdracht 6
c) Hoeveel zijn haar gemiddelde ontvangsten per maand samen?
d) Hoeveel procent van haar gemiddelde ontvangsten per
maand bestaat uit overdrachtsinkomen?
Rond af op hele procenten.





  1. Waar komt ? 
  2. Zet je gegevens in een tabel
  3. Bepaal waar de 1 komt te staan
  4. Reken uit
  5. Geef antwoord op de vraag.
Stappenplan:
   2300
   1
     80
%
   100
      ?

Slide 10 - Diapositive

Doel 3.4

Slide 11 - Diapositive

Doel bijstellen of nieuw doel?

Slide 12 - Diapositive


BK

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 

(incl rekentrainer)


KGT

Maken Hoofdstuk 3:
paragraaf 4

(incl rekentrainer)

Huiswerk

Slide 13 - Diapositive

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 14 - Diapositive

Extra uitleg:

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Begroting

Slide 18 - Diapositive

Wat is GEEN incidentele uitgaven?
A
Een nieuwe schooltas
B
Kapotte wasmachine
C
Reparatie aan de auto
D
Een fles Cola

Slide 19 - Quiz

Vaste lasten zijn
A
uitgaven die je vast en zeker verwacht
B
steeds dezelfde uitgaven
C
uitgaven waarvoor je iedere maand spaart
D
uitgaven per vaste periode

Slide 20 - Quiz

WAT IS EEN BUDGET?
A
geld wat je te besteden hebt
B
dat zijn onkosten
C
dat is een begroting
D
geld voor oliebollen

Slide 21 - Quiz

Vaste lasten zijn
A
uitgaven die je vast en zeker verwacht
B
steeds dezelfde uitgaven
C
uitgaven waarvoor je iedere maand spaart
D
uitgaven per vaste periode

Slide 22 - Quiz

Dagelijkse uitgaven zijn:
A
uitgaven van een huishouden en de kosten die regelmatig terug keren
B
gewone uitgaven voor boodschappen die je betaald van huishoudgeld
C
uitgaven die je niet zo vaak doet of waar je voor moet sparen

Slide 23 - Quiz

Wat is budgetteren?
A
Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
B
een (financieel) plan maken
C
geld sparen
D
geld uitgeven

Slide 24 - Quiz

Benzine voor je scooter tanken hoort bij de ...
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 25 - Quiz

Reparatie van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 26 - Quiz

Aankoop van een cd-speler?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 27 - Quiz

Een abonnement op een sportschool?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten

Slide 28 - Quiz

Aankoop van shampoo?
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 29 - Quiz

Contributie hockeyclub
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 30 - Quiz

Abonnement van je telefoon
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 31 - Quiz