Een schilderij met een verhaal
wat is kunst?
waar is kunst?
wie maakt kunst?
waar dient kunst voor?
waar denk je aan bij het woord:
kunst
1 / 14
Éléments de cette leçon
wat is kunst?
waar is kunst?
wie maakt kunst?
waar dient kunst voor?
waar denk je aan bij het woord:
kunst
Slide 1 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wie heeft dit schilderij
gemaakt?
gemaakt?
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom schilderde Vermeer
de melk er later bij?
de melk er later bij?
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Met hoeveel kinderen waren ze
bij Tanneke thuis?
bij Tanneke thuis?
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zou Tanneke aan het einde bedoelen als ze zegt dat er iets fout is gegaan?
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Juf Gerritje koopt een computer.
Slide 9 - Question ouverte
De bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (Juf Gerritje) en een lijdend voorwerp (een computer).
De buren zijn op vakantie.
Slide 10 - Question ouverte
De bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (Juf Gerritje) en een lijdend voorwerp (een computer).
Wat is het verschil tussen een actieve zin en een passieve zin?
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Maak van deze zin een actieve zin:
Ik heb weer teveel gegeten.
Ik heb weer teveel gegeten.
Slide 12 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem een actieve zin.
Slide 13 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Zet de actieve zin om in een passieve zin:
Iemand beschuldigde hem van moord.
Iemand beschuldigde hem van moord.
Slide 14 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
