Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Schrijven: betoog H4
blz. 114
Slide 1 - Diapositive
Wat is het doel van een betoog?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 2 - Quiz
Waarmee ga je in een betoog iemand overtuigen?
Slide 3 - Question ouverte
Wat verdedig je in je betoog?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een weerlegging?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is sterker: a. een betoog met argumenten. b. een betoog met argumenten en tegenargumenten?
Slide 6 - Question ouverte
opdracht:
1. Lees de leertekst van blz.114
2. Maak opdracht 1 en 2 van blz. 115 Dit heb je volgende week woensdag af (= HW). Opdracht 1 en2 maak je in een Word-bestand en dit sla je op in je documenten.
Slide 7 - Diapositive
Met wat voor woorden begin je een argument?
Slide 8 - Question ouverte
Met wat voor woorden begin je een tegenargument?
Slide 9 - Question ouverte
Wat gaan we doen:
HW nabespreken (opdr. 1 en 2)
Start opdr. 3 - blz. 115 Lees ook blz. 18 en 20 goed door voor de inleiding en het slot.
Slide 10 - Diapositive
schrijf een betoog
Werk volgens het stappenplan van opdracht 3, maar
kies één van de stellingen uit de opgestuurde opdracht(zie Magister berichten).
Slide 11 - Diapositive
stappenplan:
Inleiding: 1. aandacht trekken 2. onderwerp introduceren: je geeft je standpunt (= laatste zin van de inleiding).
je trekt de aandacht met: - iets uit de actualiteit - iets uit de geschiedenis - een voorbeeld - iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is
Slide 12 - Diapositive
kern
Je noemt twee argumenten (1 argument per alinea )
Je noemt één tegenargument met een weerlegging
Je alinea begint met een signaalwoord van opsomming: Ten eerste sterven er jaarlijks honderden mensen onnodig, omdat ..... (je kernzin)! Daarna schrijf je een toelichting (uitleg, voorbeelden). Maak ook gebruik van feiten (= sterker om te overtuigen)
Slide 13 - Diapositive
slot
herhaling standpunt (= conclusie) in andere woorden Gebruik de juiste signaalwoorden voor een conclusie (blz. 258).
aanbeveling/ toekomstverwachting
uitsmijter (een krachtige zin)
Controleer zin voor zin de spelling en leestekens.