Thema 3 Les 1

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Brandaan thema 3: Leven als een ridder

Les 1: werken voor een landheer.

Welk tijdvak hoort bij dit thema?

Dit tijdvak past bij het thema!

Hoe heet dit tijdvak?

1. Jagers en boeren
2. Monniken en ridders
3. Grieken en romeinen
4. Boeren en landheren

Zet de zinnen op de juiste volgorde.

Het Romeinse Rijk valt.

Er kwamen gevaarlijke rovers.

De arme boeren wilden beschermd worden door de rijke boeren.

De rijke boeren werden de baas (landheer) van de arme boeren.

1.

2.

3.

4.

Hadden arme boeren wel of geen eigen land?

1. Geen eigen land
2. Wel eigen land

Hoe heet een rijke boer, op wiens land de arme boeren mochten werken?

1. Landheer
2. Horige
3. Landkoning

Hoe heten de boeren die voor een landheer werken?

1. Knapen
2. Horigen
3. Slaven
4. Landwerkers

Wat voor klusjes moesten de horigen doen voor de landheer?

Voor de volgende les:

Doordat er steeds meer boeren voor de landheer gingen werken, werd het huis van de landheer steeds drukker. Doordat het huis van de landheer steeds drukker werd, moest het huis groter gemaakt worden. Er ontstonden kastelen.

Hier gaan we het de volgende les over hebben. Kijk alvast het filmpje op de volgende bladzijde!