Sinterklaasquiz

De grote Sintquiz
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De grote Sintquiz

Slide 1 - Diapositive

werken in groepjes
1. Quizvragen overleggen en 1 antwoord op het white boardje zetten. Stand op het grote white board. 
2.  Dobbelspel met zes verschillende opdrachten  
3. De verschillende rondes bestaan uit:
ronde 1: pakjes pakken               +/-1 5 minuten
ronde 2: pakjes openmaken   +/- ? minuten

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze
1. Heeft een groepje 3 punten gehaald tijdens de quiz, dan mag er iemand gooien met de dobbelsteen. Steeds iemand anders uit het groepje. 
2. Tijdens dobbelmomenten loopt de timer, er is steeds een ander groepje aan de beurt om te gooien. We spelen met de klok mee. 

Slide 3 - Diapositive

Werkwijze
Pakje pakken: ronde 1 /Pakje openmaken: 
ronde 2 .

Iedereen uit jouw groepje ruilt zijn 
/haar pakje met een ander naar keuze.

Alle groepje schuiven een tafelgroep 
door met de klok mee.

Slide 4 - Diapositive

Werkwijze
Alle pakjes binnen alle  groepjes schuiven een 
plek op tegen de klok in.

Degene rechts van jou, wisselt met iemand 
van een ander groepje.

Steel een pakje van iemand anders en wijs ook in de andere 
groepjes een persoon aan die dat mag doen. 

Slide 5 - Diapositive

Ronde 1
15 minuten dobbelen
*daarna quiztijd

Slide 6 - Diapositive

Vieren ze ook Sinterklaas in andere landen?
A
Nee
B
Ja, maar niet elk jaar
C
Ja, bijvoorbeeld in België
D
Ja, maar dan in de zomer.

Slide 7 - Quiz


Waar komt Sinterklaas 
oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Brazilië
C
België
D
Nederland

Slide 8 - Quiz


Waarom zeggen ze dat 
Sinterklaas uit Spanje komt?
A
Hij is begraven in Bari. Tijdens de opstand hoorde dat bij Spanje
B
Ze waren in die tijd nog niet zo goed in geografie
C
Hij heeft leefde het grootste deel van zijn leven in Spanje
D
Hij ging vaak op reis naar Spanje

Slide 9 - Quiz


In het dagelijks leven was 
de echte Sinterklaas...
A
Paus van het Byzantijnse Rijk
B
Bisschop van Myra
C
Handelaar in Klein Azië
D
Pepernotenbakker

Slide 10 - Quiz


Wat is het nummer van de Pakjesboot van Sinterklaas?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 11 - Quiz


De kerstman bestond 
eerder dan Sinterklaas
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
A
Dominee
B
Priester
C
Bisschop
D
Pastoor

Slide 13 - Quiz

Wat is de officiële naam van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Maarten
C
Sint Nicolaas
D
Sinterklaas

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas
A
Ozosnel
B
Americo
C
America
D
Zoefzoef

Slide 15 - Quiz

In welk jaar is
Sinterklaas geboren?

A
342 v.Chr
B
280 n. Chr
C
1889
D
125 v. Chr

Slide 16 - Quiz

Ronde 2
? minuten dobbelen
*daarna quiztijd
*tot slot opruimen/ opgeven kerstdiner/portfoliogesprek

Slide 17 - Diapositive

Mijn neefje ... niet meer in Sinterklaas.
A
Geloofd
B
Gelooft
C
Gelofen
D
Geloven

Slide 18 - Quiz

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
6 December
C
24 december
D
5 november

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het hoofddeksel
van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 20 - Quiz

Vroeger ........... ik in Sinterklaas.
A
geloofte
B
geloofde
C
geloven
D
gelofen

Slide 21 - Quiz

Met wat voor een boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
roeiboot
B
vrachtschip
C
stoomboot
D
zeilboot

Slide 22 - Quiz

Wie staat aan de oorsprong van Sinterklaas?
A
Een historisch figuur: de bisschop van Mira
B
Een fictieve bisschop genaamd Mira

Slide 23 - Quiz

Hoe lang is de staf
van Sinterklaas?
A
Korter dan Sinterklaas
B
Even lang als Sinterklaas
C
Langer dan Sinterklaas
D
Net zo lang als die breed is

Slide 24 - Quiz

Sinterklaas bestaat in Frankrijk
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Hoeveel dagen na Sinterklaas is het 2e kerstdag?
A
20
B
21
C
22
D
23

Slide 26 - Quiz

Waarin houdt Sinterklaas bij
of je wel lief bent geweest dit jaar?
A
Classroom
B
Dat doet de hoofdpiet voor hem
C
LessonUp
D
In het grote boek

Slide 27 - Quiz

Hoe oud is Sinterklaas
geworden?
A
1851 jaar
B
110 jaar
C
1749 jaar
D
2035 jaar

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive