Ondernemen, Memoryspel maken

Ondernemen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Ondernemen

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
- De leerling kan de vragen van de quiz beantwoorden
- De leerling kan samenwerken 
- De leerling kan m.b.v. een begrippenlijst een memoryspel maken
- De leerling kan een memoryspel maken in Publisher of online een memoryspel maken
- De leerling kan m.b.v. spelregels het spel spelen in een groepje

Slide 2 - Diapositive

Lesopzet
Wat gaan we doen vandaag?
4e uur
- Ondernemers quiz spelen is voorbereiding op toets vrijdag 11 februari
5e en 6e uur
- Klassikale uitleg over maken van memoryspel
- Memoryspel ga je maken in groepjes van 4 of 5 mensen
Maak taakverdeling wie doet wat; 
1. 20 begrippen zoeken die bij ondernemen passen (kijk op de site foodtruck)
2. afbeeldingen zoeken of begrippen met antwoorden (zie voorbeeld https://puzzel.org/nl)
3. spelregels maken
4. afbeeldingen uitprinten en op dik papier lijmen



Slide 3 - Diapositive

Quiz ondernemen

Slide 4 - Diapositive

Is Tony Chocolony een bedrijf of onderneming?
A
Bedrijf
B
Onderneming

Slide 5 - Quiz

Wat is ondernemen?
A
Een bedrijf of instelling opstarten.
B
Een economie oprichten.
C
Een ander woord voor handelen.
D
Ergens aan beginnen.

Slide 6 - Quiz

een eenmanszaak is een onderneming:
A
die uitsluitend is gefinancierd met eigen vermogen
B
waarin de verschaffer van het eigen vermogen de leiding benoemt
C
waarin geen personeel in dienst is
D
waarin slechts 1 verschaffer van het eigen vermogen is, en deze ook nog eens aansprakelijk is voor de schulden van de zaak

Slide 7 - Quiz

Is een school een bedrijf of onderneming?
A
Bedrijf
B
Onderneming

Slide 8 - Quiz

Als ik een onderneming wil starten, schrijf ik me in bij .....
A
de sector
B
de begroting
C
de Kamer van Koophandel
D
de concurrent

Slide 9 - Quiz


Wat past niet bij een onderneming?
A
een bedrijf
B
een zaak
C
een winkel
D
een concert

Slide 10 - Quiz

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Stichting
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.

Slide 11 - Question de remorquage

Wat onderzoek je bij een marktonderzoek?
A
Nieuwe winkels om te shoppen
B
Objectief en systematisch gegevens zoeken
C
Hoe de 4-P's het beste ingevuld kunnen worden

Slide 12 - Quiz

Wat is marktonderzoek?
A
zoeken naar nieuwe klanten op basis van een onderzoek
B
onderzoeken hoe je het best kunt communiceren met je klanten
C
een studie die van belang is voor het vaststellen en oplossen van marketingproblemen
D
een onderzoek dat zich richt op het bevorderen van de verkoop

Slide 13 - Quiz

Stel je wilt voor jezelf beginnen. Welk plan laat dan het beste zien of je idee haalbaar is?
A
Het marketingplan
B
Het ondernemingsplan
C
Het financieel plan
D
Het bedrijfsplan

Slide 14 - Quiz

Als je een bedrijf wilt starten heb je geld nodig. Daarom maak je een plan. Hoe noem je dat ?
A
een ondernemingsplan
B
een financieel plan
C
een marketingplan
D
een liquiditeitsplan

Slide 15 - Quiz

Als je een bedrijf wilt starten maak je een plan om na te gaan of jouw ondernemingsidee haalbaar is. Dat noem je .........
A
een investeringsplan
B
een financieel plan
C
een ondernemingsplan
D
een liquiditeitsplan

Slide 16 - Quiz

Wat is geen doel van marktonderzoek?
A
Behoefte van de consument onderzoeken
B
Onderzoeken of het product voldoet aan de behoefte van de consument
C
Evalueren of opdrachtgever tevreden is met het product
D
Onderzoeken wat de consument van een product vindt

Slide 17 - Quiz

Een enquête opstellen is handig voor?
A
Facebook campagnes
B
Doelgroep onderzoek
C
Voorraad inventarisatie
D
Financieel plan maken

Slide 18 - Quiz

Wat is social media?
A
Een podium om jezelf en wat je doet te delen met anderen
B
Een platform om andere mensen te leren kennen
C
Een middel om in verbinding te zijn met de rest van de wereld
D
Een plek om te leren van anderen

Slide 19 - Quiz

voordelen sociale media
A
Verslavend
B
fake news
C
veel contacten over de wereld
D
Je kunt er veel informatie vanaf halen

Slide 20 - Quiz

Wat is een nadeel
van social media?
A
duur
B
gezellig
C
cyberpesten
D
veel mensen

Slide 21 - Quiz

Wat is het meest gebruikte social media ter wereld?
A
Snapchat
B
Instagram
C
Facebook
D
Twitter

Slide 22 - Quiz

Memoryspel maken

Slide 23 - Diapositive

Hoe maak je een memoryspel?
Klassikale uitleg
Opdracht uitdelen en maken van een memoryspel

Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Slide 24 - Diapositive

Afsluiting
Hoeveel vragen had je goed na de quiz?
Weet je wat je moet leren voor de toets voor vrijdag 11 februari
Heb je groepjes ingedeeld
Heb je taakverdeling gemaakt
Heb je a.d.h.v. begrippen of foto's een memoryspel gemaakt
Heb je het spel gespeeld
Heb je alle materiaal opgeruimd

Slide 25 - Diapositive