Nu Nederlands les 4 Opbouw en indeling

Nederlands
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Terugblik op les van gisteren
1.4 opbouw en indeling
Uitleg
Aan de slag 
Kahoot: signaalwoorden

Slide 2 - Diapositive

Betrouwbaarheid
Welke vragen stel je jezelf als je wilt controleren of je een bron kan gebruiken?

Slide 3 - Diapositive

Betrouwbaarheid
Is de bron bekend? (op een goede manier)
Is de maker bekend en is hij een expert?
Is de informatie niet verouderd?
Ziet de tekst er professioneel uit?

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst, zodat je snel je weg in een tekst kunt vinden en je de tekst beter begrijpt.

Je bent bekend met een aantal signaalwoorden en kan benoemen wat ermee bedoeld wordt. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'vervolgens'?
A
toelichting
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'omdat'?
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden/argument
D
samenvatting

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus'?
A
doel-middel
B
conclusie
C
vergelijking
D
voorwaarde

Slide 11 - Quiz

Opbouw en indeling van een tekst 
  • Tekstdelen: inleiding, middenstuk en slot
  • Signaalwoorden en (logische) verbanden
  • Tekst structuren 



Slide 12 - Diapositive

Tekststructuren

Slide 13 - Diapositive

Tekststructuren

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
  • Ga naar Lezen, luisteren, kijken 1.4
  • Maak opdracht 1, 2, 3 en 4

Slide 15 - Diapositive

Wat weet je over de opbouw en indeling van een tekst?

Slide 16 - Question ouverte

Leerdoel
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst, zodat je snel je weg in een tekst kunt vinden en je de tekst beter begrijpt.

Je bent bekend met een aantal signaalwoorden en kan benoemen wat ermee bedoeld wordt. 

Slide 17 - Diapositive