Zelfstandig gebruikte telwoorden

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Zelfstandig gebruikte telwoorden

Met -n of zonder -n?

Slide 2 - Diapositive

Planning
Opstart les                                 -     3 min.
Terugblik + nakijken hw       -     5 min.
Theorie (interactief)              -    15 min.
Aan de slag                                -    15 min.
Afronding les                            -      2 min.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- ik weet wat zelfstandig gebruikte telwoorden zijn
- ik weet wanneer ik een -n aan het einde moet schrijven bij telwoorden

Slide 4 - Diapositive

Zij/hen/hun

Slide 5 - Diapositive

Zij/hen/hun
Hun -> bez. vnw.
          -> mv zonder vz
Zij     -> ow
Hen -> na vz
          -> lv

Slide 6 - Diapositive

Goede antwoorden
Antwoorden opdracht 1
1. hen (lijd. v.w.)
2. Zij (onderwerp)
3. Zij, zij (2x onderwerp)
4. hen (na voorzetsel)
5. hen (lijd. vw.)
6. hen (lijd vw.), hun 
7. Zij, zij (2x onderwerp)
8. hen (na voorzetsel)
9. hun (meew. vw.)
10. hun (bezit. vnw.), hen (lijd. vw.)
Antwoorden opdracht 2
1. hun
2. hen
3. ze (zij)
4. hen
5. hen

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel had je er goed?
(Hele zin moet goed zijn!)
6 of minder
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Slide 8 - Sondage

Terugblik zij/hen/hun
hun  -> bez. vnw.
          -> mv zonder vz
hen  -> achter vz
          -> lv
zij      -> ow

Nakijken 'huis'werk

Slide 9 - Diapositive

Telwoorden
Telwoorden zijn woorden die iets over hoeveelheid zeggen.

Bijvoorbeeld: vele(n), andere(n), sommige(n).

Zelfstandig gebruikt -> zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

De eerste/eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste/ laatsten helaas weinig overbleef.
A
eerste/ laatste
B
eersten/ laatsten
C
eerste/ laatsten
D
eersten/ laatste

Slide 13 - Quiz

De eerste hotelgasten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste/laatsten weinig overbleef.​
A
laatste
B
laatsten

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Bijv. nw.
Als een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord naar een persoon verwijst, krijgt het een -n op het eind.  
Vraag: wanneer is het een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord? Antwoord: Wanneer je achter het bijvoeglijk naamwoord geen zn kunt invullen dat eerder in de zin gebruikt is, is sprake van een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.

VB: Voor jonge mensen is skateboarden leuk, voor oude (mensen) wordt het te gevaarlijk

Slide 16 - Diapositive

Voor jonge mensen is skateboarden leuk, voor ..... wordt het te gevaarlijk
A
oude
B
ouden

Slide 17 - Quiz

De ..... bleken goed te kunnen snowboarden
A
meeste
B
meesten

Slide 18 - Quiz

De gorilla wordt bedreigd met uitsterven, maar de ..... worden tegenwoordig goed beschermd.
A
meeste
B
meesten

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Maak in Classroom de oefening telwoorden.

Klaar? Maak de oefening op CambiumNed.

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
- ik weet wat zelfstandig gebruikte telwoorden zijn
- ik weet wanneer ik een -n aan het einde moet schrijven bij telwoorden

Slide 21 - Diapositive

Zij zijn de ..... die zich niet opgegeven hebben.
A
enige
B
enigen

Slide 22 - Quiz