4.1 Produceren (2mK)

Productie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Productie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je weet wat produceren is en productiekosten zijn.
Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.
Je kunt de kostprijs per product berekenen.
Je weet welke productiesectoren er zijn.

H4: Goed gemaakt?

4.1 Hoe maak je dat?

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Opstarten les (5 min)
  • Bespreken proefwerk (15 min)
  • Invullen evaluatie (5 min)
  • Opstart hoofdstuk 4 (5 min)
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten (15 min)
  • Afsluiten les (5 min)


Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Opstarten les (5 min)
  • Inventariseren vragen over lesstof H3-H4-H5 (5 min)
  • Quizlet (10 min)
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten 1, 3, 6, 10, 14, 20 of meedoen met klassikaal maken opdrachten (25 min)
  • Afsluiten les (5 min)


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

... Stel je wilt een houten tuinstoel maken en verkopen
... Wat zijn de stappen?
  1. Houthakker
  2. Zagerij
  3. Meubelmaker
  4. Groothandel
  5. Woonwinkel


  • -> Consument

Slide 6 - Diapositive

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • productiefase
  • Productieketen
  • Bedrijfskolom
Bedrijfskolom:
Alle bedrijven die meewerken aan een product
Opgave 3
blz. 98
Opgave 5
blz. 99

Slide 7 - Diapositive

Productie:

  • het maken van goederen en het leveren van diensten.

  • bijvoorbeeld: houthakken, de stoel maken of het leuk neerzetten en verkopen van de stoel

Slide 8 - Diapositive

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel
-> Consument
  • € 5
  • € 15
  • € 40
  • € 50

  • Toegevoegde waarde
  • -> hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt
  • € 110
Opgave 6
blz. 99

Slide 9 - Diapositive

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel
-> Consument
  • Productiesectoren
  • -> groepen waarin je de bedrijven kunt verdelen
  • a) Agrarische bedrijven
  • b) Industriële bedrijven
  • c) Dienstverlenende bedrijven
  • -> Welk bedrijf hoort waarbij?
Opgave 16
blz. 101
Opgave 17
blz. 101

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 12 - Quiz

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 13 - Quiz

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven

Slide 14 - Quiz

We gaan een video bekijken over het maken van een spijkerbroek!!
  • noteer de bedrijven die de bedrijfskolom vormen voor het maken van een spijkerbroek
  • noteer de toegevoegde waarde van elke productiefase
  • noteer uiteindelijk de gemiddelde prijs van een spijkerbroek

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Produceren is het maken van goederen en het verlenen van diensten.
A
Juist
B
Niet Juist

Slide 20 - Quiz

Willem brengt de postpakketten rond.
Dit is het:
A
Produceren van goederen.
B
Leveren van diensten.

Slide 21 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 22 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.

Van welk product is dit de bedrijfskolom?

Slide 23 - Diapositive

Van welk product zag je de bedrijfskolom?
A
Brood
B
Broek
C
T-shirt
D
Melk

Slide 24 - Quiz

Het productieproces van een spijkerbroek

Slide 25 - Diapositive

Het product wordt steeds meer waard en krijgt uiteindelijk een winkelprijs van €60,-

Slide 26 - Diapositive

Je wilt een lekker smoothie maken. Wat heb je allemaal nodig??

Slide 27 - Carte mentale

Ingrediënten:
Fruit
Mes
Vergiet
Water
Yoghurt
Rietje
Snijplank
Glas
Blender
Arbeid etc...

Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.



Kostprijs per product

Alle productiekosten : aantal producten
Produceren smoothies:

Slide 28 - Diapositive

Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.
Kostprijs per product
Alle productiekosten : aantal producten
  • De productiekosten voor het maken van 12 smoothies bedragen € 19,20.
  • Wat is de kostprijs per smoothie?

Slide 29 - Diapositive


De productiekosten voor het maken 
van 12 smoothies bedragen € 19,20.
Wat is de kostprijs per smoothie?

Slide 30 - Question ouverte

Wanneer de productiekosten dalen, kan de prijs van de producten....
A
Stijgen
B
Dalen
C
Gelijk blijven
D
niet worden aangepast

Slide 31 - Quiz

Leerdoel
Je weet wat produceren is en productiekosten zijn.
Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.
Je kunt de kostprijs per product berekenen.
Je weet welke productiesectoren er zijn.

H4: Goed gemaakt?

4.1 Hoe maak je dat?

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk
Opgave 9 t/m 13
Rekenen 1 t/m 6 
(blz 124)

Lezen paragraaf 4.2

Slide 33 - Diapositive