Ch 6 demander la route et verbe aller 1HA en A

Vandaag
-huiswerk bespreken
- uitspraak f en v
- verbe aller en future proche
-overhoren vocabulaire
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
-huiswerk bespreken
- uitspraak f en v
- verbe aller en future proche
-overhoren vocabulaire

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk: vragen?

Slide 2 - Diapositive

Uitspraak van de F en V

In het Frans hoor je duidelijk een verschil tussen de f en de v. Spreek je de v uit, leg dan eens je hand tegen je hals aan, dan voel je een lichte trilling van je stembanden. Dit gebeurt niet als je de f uitspreekt.

Slide 3 - Diapositive

F en V
  • Oefening 26A uitspraak "f" of "v"
  • Oefening 26B: luister naar de docent
  • Oefening 26 C: oefen in tweetal de phrases clés. Draai 1 keer de rol om. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Le verbe aller
Je vais         ik ga
tu vas          jij gaat
elle va     zij gaat
il va       hij gaat
on va       we gaan
nous allons     wij gaan
vous allez     ils vont
ils vont       zij gaan
elles vont    zij gaan

Slide 6 - Diapositive

verbe aller (mv)
nous allons wij gaan
vous allez ils vont
ils vont zij gaan
elles vont zij gaan

Slide 7 - Diapositive

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont

Slide 8 - Question de remorquage

Le futur proche
Als je in FR wilt zeggen dat iets binnenkort gaat gebeuren, gebruik je een vorm van aller
LET op na een vorm van aller volgt altijd een heel werkwoord
Il va regarder la télé.
ondw + vorm van aller+heel ww+rest van de zin

Slide 9 - Diapositive

Le futur proche
gaat over
A
het verleden
B
de toekomst

Slide 10 - Quiz

Kies le futur proche
A
J'ai marché
B
Ils marchent
C
Tu vas marcher

Slide 11 - Quiz

METS AU FUTUR PROCHE:
Aujourd'hui vous faites le test.
Demain vous .............................. le test.
A
allez faire
B
avez fait
C
allez faites
D
allez fait

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig werken
BRON H
29 d, e
30 b, c

timer
12:00

Slide 13 - Diapositive

Vocabulaire
le village
le jardin
autre
sans
la chose

Slide 14 - Diapositive

Vragen? 
Wat wil je extra oefenen? 

Slide 15 - Diapositive

Oefentoets

Slide 16 - Diapositive