Het circulatiestelsel

Het hart
Leerpad 6 het circulatiestelsel
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het hart
Leerpad 6 het circulatiestelsel

Slide 1 - Diapositive

Welke begrippen ken je die te maken hebben met de circulatie

Slide 2 - Carte mentale

Het circulatiestelsel
d





Hart en bloedvaten

Slide 3 - Diapositive

Bloedvaten
Aders

Slagaders (longslagader)

Haarvaten (capillairen) 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Aorta
= Grote lichaamsslagader 

  • L.K. Aorta + aortaklep

  • R.K. Longslagader + Pulmonaalklep 

Slide 6 - Diapositive

Onderste- bovenste holle ader

Slide 7 - Diapositive

Onderste- bovenste holle ader
De onderste holle ader (Vena Cava Inferior) ontvangt bloed van alle bloedaftakkingen die zich in het onderste deel van het lichaam bevinden, zoals de buik en de benen.

De bovenste holle ader (Vena Cava Superior) ontvangt bloed van alle bloedvataftakkingen die zich in het bovenste deel van het lichaam bevinden, bijvoorbeeld de armen en het hoofd.

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je over het hart?

Slide 9 - Carte mentale

Bouw van het hart
Lagen van buiten naar binnen
- Hart ligt in het hartzakje, binnenlaag(epicard)en buitenlaag (pericard)​
- Hartspier (myocard), grootste deel van het hart​ (kan dikker worden)
- Hartvlies (endocard), gladde , dunne binnenbekleding


Slide 10 - Diapositive

Functie
  • Het hart is de pomp die de bloedcirculatie op gang houdt.​
  • 4 tot 5 liter bloed, hart van een volwassene slaat~ 70 keer per minuut in rust​.
  • bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen

Slide 11 - Diapositive

Boezems en Kamers
Het hart is van binnen in vier holtes verdeeld. 
  • 2 boezems - atrium/atria 
  • 2 kamers - ventrikels
  • (hartkleppen) 2-3 slippig
  • Slagaderkleppen
  • Septum

Slide 12 - Diapositive

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?
  1. Samentrekken boezems
  2. Samentrekken kamers
  3. Hart ontspant (hartpauze)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
scheiden van O2 arm en O2 rijk bloed
B
het maken van de hartslag
C
voorkomen van terugstromen van bloed
D
hebben geen functie

Slide 15 - Quiz

Kransslagaders
Kransslagaders:
  • Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
  • De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
  • Ontspringen uit de aorta

Kransaders:
  • Via de kransaders wordt het
    bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.  

Slide 16 - Diapositive

Werking van het hart

Slide 17 - Diapositive

Sinusknoop
  • Geeft elektrische prikkels aan het hart door
  • Daardoor knijpt het hart zich samen
  • Gemiddeld 72 keer per minuut wordt er een prikkel afgegeven
  • Het tempo van je hartslag kun je niet willekeurig veranderen

Slide 18 - Diapositive

AV Knoop
  • De AV (atrioventriculaire) knoop ligt op de overgang tussen  boezem en kamer.
  • Zorgt ervoor dat de prikkel zich via de bundel van His door het netwerk van beide kamerwanden verspreidt.
  • Geeft de prikkel pas door als de boezems de tijd hebben gehad om samen te trekken, waardoor het bloed de kamers  is binnen gestroomd.
  • Dan pas trekken de kamers samen waardoor het bloed de slagaders in stroomt.
  • De AV-knoop vertraagt dus de prikkel en stemt hem af op het samentrekken van de boezems.

Slide 19 - Diapositive

Samentrekken in juiste volgorde (eerst boezem dan hart) en tempo. Pompfunctie is hier afhankelijk van. Werkt het goed, is hartfunctie goed, zo niet spreek je van hartritmestoornis

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Waar stroomt bloed het hart in?
A
rechter en linker kamer
B
rechter en linker boezem
C
bij de aorta
D
bij de hartkleppen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 24 - Quiz

Via de armslagaders komt er bloed in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo