Startactiviteit IMYC samenwerken

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1,2

Startactiviteit IMYC

Samenwerken

Startactiviteit IMYC

Thema: Samenwerken

Wat betekent "samenwerken" voor jou?

Werk je liever alleen of samen?

1. Alleen
2. Samen

Wat is belangrijk als je samen moet werken?

Moeten de samenwerkingsgroepjes door de docent of door leerlingen gemaakt worden?

1. Docent
2. Leerling

Wat is vaak jouw rol in een samenwerkingsopdracht?

Welke woorden passen bij jou in  een samenwerking?

Past bij mij in een samenwerking.

Past niet bij mij in een samenwerking.

ik ben de baas

neutraal

perfectie

creativiteit

geen ruzie

voorzichtig

moet nu gebeuren

plezier

Zou je vaker willen samenwerken?

Denk je dat goed samenwerken invloed heeft op de sfeer in de klas?

1. ja
2. nee
3. maakt niet uit

Kun jij alles over samenwerken in de goede volgorde zetten?

1

2

3

4

5

Bepaal wie wat gaat doen

Ga allemaal aan de slag

Vraag elkaar om hulp

Leg elkaar uit wat beter kan

Kijk samen terug hoe het ging

Ik praat, jij tekent

Jullie krijgen van de coach een nummer. Ga naast de persoon zitten met hetzelfde nummer. Jullie gaan met de ruggen naar elkaar toe zitten. Leerling 1 krijgt een papier waarop een woord staat, leerling 2 heeft een A4 papier en een potlood.

Opdracht:
Degene met het woord gaat nu aan de andere speler uitleggen wat er getekend moet worden, maar hij mag het voorwerp niet zeggen. Lukt het de andere om het woord te tekenen? 

Zorg voor voldoende plaatjes.

Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,

trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent, 

Opdracht 'Ballontoren'

Maak drie groepjes.

Maak samen met je groepje een zo hoog mogelijke en stevige ballontoren van ballonnen en schilderstape.

Je coach geeft aan hoeveel tijd je hiervoor krijgt.

Welke groep maakt de hoogste toren?

Hoe vond je het om samen aan de opdrachten te werken? Wat ging er goed en wat niet?

Geef de klasgenoten waarmee je samen hebt gewerkt een compliment.
Typ de naam van de klasgenoot voor wie het compliment is en typ het compliment erachter.