Micro organismen

Micro-organismen


Zijn kleine cellen die je met het blote oog niet kunt zien. Maar zitten overal !
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Micro-organismen


Zijn kleine cellen die je met het blote oog niet kunt zien. Maar zitten overal !

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Micro-organismen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over micro-organismen ?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Micro-organismen

  • Bacteriën 
  • Schimmels
  • Gisten
  • Parasieten
  • Virussen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bacterie leeft in onze darmen en wat is het nut van deze bacterie ?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nuttige micro-organismen 

De colibacil in de darmen is een nuttige bacterie.
Hij speelt een rol bij de productie van vitamines B en K.
Ziekmakende micro-organismen

Besmetting: zodra micro-organisme lichaam is binnengedrongen
Infectie: micro-organismen ontwikkelen en vermenigvuldigen zich -> ziekteverschijnselen

Slide 9 - Diapositive

De infectiecyclus geeft aan onder welke voorwaarden een infectieziekte kan optreden. Als een van de volgende voorwaarden ontbreekt, blijft een infectie achterwege:
Er moeten micro-organismen aanwezig zijn.
Er moet een geschikte leefomgeving voor micro-organismen aanwezig zijn. Dat wil zeggen: een omgeving waarin micro-organismen kunnen leven en waarin ze zich eventueel kunnen vermenigvuldigen. Vaak is dat een vochtige, warme omgeving. Het kan ook een zuurstofrijke of juist een zuurstofarme omgeving zijn.
Micro-organismen moeten de leefruimte kunnen verlaten. Als deze leefomgeving een mens is, kan dat bijvoorbeeld via ontlasting, braaksel, uitgeademde lucht en bloed.
Micro-organismen moeten na het verlaten van de leefomgeving verder getransporteerd worden. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via lucht, water, voedsel, insecten, gebruiksvoorwerpen of via de mens.
Nadat de micro-organismen getransporteerd zijn, moet hun nieuwe leefomgeving een toegangspoort hebben: een mogelijkheid om binnen te dringen. Een toegangspoort tot het menselijk lichaam kan bijvoorbeeld een wond zijn.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling micro-organismen
Vb
Bestrijden
Bacterien
Kinkhoest
Legionella
Tetanus
Antibiotica
Virussen: 
Kunnen niet nuttig zijn
verkoudheid
Corona
AIDS
kinderziektes
Symptoombestrijding
Uitzieken
Schimmels
mondschimmel (spruw bij baby's)
kalknagels
zwemmerseczeem
schimmeldodende middelen (pil of zalf)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasieten
Verzamelnaam van organismen die zich voortplanten en groeien ten koste van een gastheer. 


  • Protozoa: beweeglijke eencellige parasieten.  
  • Parasitaire wormen: zoals platwormen, haakwormen en rondwormen. 
  • Geleedpotige parasieten: teken, mijten en vliegen.  Borrelia burgdorferi -> de ziekte van Lyme. 


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Micro-organismen uitschakelen
Sterilisatie = alle ziektekiemen worden gedood

Desinfectie = Ontsmetten. Micro-organismen zoveel mogelijk doden.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk micro-organisme heeft altijd levende cellen nodig om zich te vermenigvuldigen?
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Protozo
D
Virus

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

HIV is een bacterie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke bacterie is dit?
A
bacillen
B
kokken
C
spirilum
D
spirochete

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ligt het DNA opgeslagen?
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma
D
golgi systeem

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn micro-organismen?
  • Virussen                        
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Parasieten
  • Prionen 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een bacterie resistent is voor antibiotica, betekent dat:
A
De bacterie gedood wordt door antibiotica
B
De bacterie ongevoelig is voor antibiotica
C
De bacterie op de loop gaat voor antibiotica

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

om alle micro-organismen te doden moet je.....
A
reinigen
B
huishoudelijk schoonmaken
C
desinfecteren
D
steriliseren

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke bacterie is dit?
A
bacillen
B
vibrio
C
spirilum
D
spirochete

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen micro-organismen het lichaam binnendringen?
A
luchtwegen
B
huid en slijmvliezen
C
maag-darmkanaal
D
bloed

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Infectieziekten worden veroorzaakt door micro-organismen
Wat is GEEN micro-organisme
A
Schimmels
B
Parasieten
C
Eiwitten
D
Bacteriën

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Micro-organismen en het afweersysteem, deze lesstof is voor mij
A
Makkelijk omdat ik het interessant vind
B
moeilijk want het heeft mijn interesse niet
C
redelijk, als ik het goed lees en goed op let dan zal ik het wel begrijpen
D
ontzettend moeilijk omdat er veel onbegrijpelijke taal in zit

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je tips / tops over deze les ?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions