Herhaling thema 6

Herhalings les thema 6
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalings les thema 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
1. Je kunt de delen van een bloem benoemen met hun kenmerken en functies
2. Je kunt beschrijven wat bestuiving is
3. Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving
4. Je kunt de kenmerken benoemen van insectenbloemen en windbloemen
5. Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt
6. Je kunt de verandering in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Delen van de bloem
Bloemkroon:
Groot, velle kleur
Insecten aantrekken

Bloemkelk:
Klein groen
Beschermen v. bloemknop

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stamper

Slide 4 - Diapositive

De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van een plant. Een stamper bestaat uit een stempel, een stijl en een vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel zitten een of meer zaadbeginsels.

In elk zaadbeginsel zit één eicel. Een eicel is een vrouwelijke geslachtscel. In elke eicel zit een celkern
Meeldraad

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Wat is bestuiving
Het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad naar een stempel

ALLEEN moet het 
wel terecht komen op 
dezelfde soort

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 3. Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Insectenbloemen:


De insecten zorgen voor de bestuiving.


Hebben grote, opvallende bladeren.


Windbloemen:


De wind zorgt voor bestuiving.



Vaak klein en onopvallend gekleurd

4. De kenmerken van insectenbloemen en windbloemen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Bevruchting bij 
zaadplanten 
Bevruchting =Versmelting van de celkernen

Meerdere stuifmeelbuizen dus meerdere zaden ontstaan in 1 vruchtbeginsel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6. De verandering in het zaadbeginsel na bevruchting 
 Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
Uit het zaadbeginsel ontstaat een 
zaad.

Elk zaad bevat een kiem. Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alles duidelijk?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions