Kiezen les rechten en plichten en mensenrechten doorstroom

rechten & plichten 
RECHT
Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben.
PLICHT
Een plicht is iets wat je moet doen.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

rechten & plichten 
RECHT
Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben.
PLICHT
Een plicht is iets wat je moet doen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze les leer je
  • dat je rechten hebt
  • dat je plichten hebt
  • wat mensenrechten zijn

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De wet
In wetten is bepaald wat verboden is. 

In de wet staan de belangrijkste rechten en plichten. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten en plichten
  • Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
  • Plichten: 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten en plichten
  • Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
  • Plichten:  alles wat je moet doen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten en plichten
  • Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
  • Plichten: alles wat je moet doen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind je dat je naar deze les moet komen (een plicht) of dat je naar de les mag komen (een recht).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plichten

Wat je moet:
- naar school gaan
- aan de verkeersregels houden
Rechten

Wat je wel mag:
- je mening geven
- zelf bepalen wat voor kleding je aantrekt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je voor dat alles mag.......

Als niemand rechten en plichten zou hebben.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een recht is
A
iets wat je moet
B
iets wat je mag

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een plicht is
A
Iets wat je mag
B
Iets wat je moet

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten
Plichten
Het recht om naar school te gaan
Recht op een uitkering - geld als je even geen werk hebt
Het recht op bescherming van je spullen
Het recht op bescherming van je vrijheid
Plicht om belasting te betalen
Leerplicht - je moet naar school
Plicht de politie te gehoorzamen - doen wat te politie zegt
Plicht om spullen van de ander niet kapot te maken of te stelen

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijheid van meningsuiting is een plicht
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

groepsopdracht - top 5 van rechten en plichten op school
in groepjes - bedenk samen en schrijf op.

1. Welke rechten heb je op school - bedenk er 5
2. Welke plichten heb je op school - bedenk er 5

Nabespreken met de hele klas

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goed leven voor jou?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Willen en echt nodig
Wensen

en 

Behoeften

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensenrechten
Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden
Er zijn 30 mensenrechten beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het filmpje en schrijf mee
Welke mensenrechten worden er in het filmpje genoemd

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullie hebben recht op een goede verzorging!

Wat gebeurt er als je ouders je dat niet goed kunnen geven?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensenrechten organisatie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdrachten in LessonUp 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderrechten zijn belangrijk.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kinderrechten?
A
Het zijn rechten voor kinderen onder de twaalf jaar
B
Het zijn rechten voor kinderen, maar niet voor alle kinderen
C
Het zijn rechten voor alle kinderen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke organisatie bewaakt de kinderrechten?
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voor wie gelden kinderrechten?
A
mensen onder 12
B
mensen onder 18
C
mensen onder 16
D
mensen onder 19

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderrechten zijn van toepassing tot de leeftijd van
A
<16 jaar
B
<12 jaar
C
<14 jaar
D
<18 jaar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Is dit wel of geen kinderrecht?

Je hebt recht om te kunnen sporten.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN kinderrecht.

Slide 31 - Quiz

Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht om te kunnen sporten.

A Dit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.


4. Is dit wel of geen kinderrecht?

Je hebt recht op WiFi thuis.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN kinderrecht.

Slide 32 - Quiz

Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op WiFi thuis.

A Dit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.

5. Is dit wel of geen kinderrecht?

Je hebt recht op familie.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN kinderrecht.

Slide 33 - Quiz

Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op familie.

A Dit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.

Wat staat niet in het Kinderrechtenverdrag?
A
Kinderen hebben recht op patat, cola en ijs. Iedere dag.
B
Kinderen mogen hun eigen mening geven. Naar die mening moet worden gevraagd en ook echt worden geluisterd.
C
Als jij een sms, app, brief of e-mail krijgt of schrijft, dan mag niemand dit zien zonder het eerst aan jou te vragen.
D
Alle kinderen hebben recht op sport en spel.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Als je een klacht hebt die met kinderrechten te maken heeft,
dan kun je klagen bij...
A
Het VN Kinderrechtencomité
B
De leraar op school
C
Actiegroep Kinderrechten
D
Nergens

Slide 35 - Quiz

Als je een klacht hebt die met kinderrechten te maken heeft, 
dan kun je klagen bij...

A Het VN Kinderrechtencomité
B De leraar op school
C Actiegroep Kinderrechten
D Nergens
Waarom bestaan kinderrechten?
A
om kinderen te beschermen
B
om kinderen ruimte te geven zich te ontwikkelen
C
omdat kinderen nog klein en kwetsbaar zijn
D
antwoord a, b en c zijn goed

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderrechten zijn alleen belangrijk in arme landen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gelden kinderrechten?
A
alleen in Nederland
B
alleen in arme landen
C
alleen in landen waar oorlog is
D
in alle landen ter wereld

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er ergens oorlog is, dan hoeven kinderrechten niet nageleefd te worden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions