Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Katheteriseren man
Slide 1 - Diapositive
Noem een indicatie voor een blaaskatheter:
Slide 2 - Question ouverte
Hoelang moet het glijmiddel wat ook verdovend werkt inwerken?
Slide 3 - Question ouverte
Noem een complicatie bij het inbrengen van een verblijfskatheter:
Slide 4 - Question ouverte
Wat kun je aan deze complicatie doen, welke verpleegkundige interventie neem je?
Slide 5 - Question ouverte
Indicaties
Urineretentie
Urine-incontinentie bij een open wond rond de stuit.
Monitoring van de urineproductie gedurende langere tijd.
Medicijnen die langdurig toegediend moeten worden in de blaas.
Aandoeningen zenuwstelsel.
Verzorging van terminale of ernstig zieke zorgvragers.
Slide 6 - Diapositive
Indicaties voor intermitterend katheteriseren
Urine steriel opvangen voor bacteriologisch onderzoek.
Urineretentie bepalen.
Slide 7 - Diapositive
Intermitterend katheteriseren
Heeft voorkeur boven verblijfskatheter.
Verkleint risico op infectie en complicaties.
Elasticiteit blaas blijft behouden.
Enkel lumen katheter.
Slide 8 - Diapositive
Contra indicatie:
Zorgvragers met een vergrote prostaat.
Zorgvragers bij wie het vermoeden bestaat dat de urethra is beschadigd.
Acute ontsteking van de prostaat.
Infectie urinebuis.
Slide 9 - Diapositive
Aandachtspunten bij het verzorgen van een verblijfskatheter:
Het afvloeien van de urine
De toestand van de zorgvrager
De urineproductie --> UWI: slierten, vlokken, gruis, geur.
Lichamelijke klachten
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Als je een katheter verwijdert dan laat je de ballon leeglopen. Hoe doe je dat?
A
oefen je druk uit op de stamper
B
vult de spuit vanzelf
C
laat je de zv persen
D
laat je de zv hoesten
Slide 12 - Quiz
Verwijderen van blaaskatheter
zodra er geen indicatie meer is
1. Ballon legen (passief)
2. zorgvrager laten zuchten
3. katheter verwijderen
4. 1e mictie binnen 8 uur
Slide 13 - Diapositive
Blaasspoelen
Slide 14 - Diapositive
Indicaties:
Blaaskanker--> blaas wordt gespoeld om de kanker te behandelen met chemotherapie.
Blaaspijn--> blaas wordt gespoeld met een vloeistof die de slijmlaag van de blaas herstelt.
Urineweginfecties die terug blijven komen.
Een geinfecteerde of verstopte katheter (irrigeren van de blaas).
Bloedstolsels in de blaas.
Slide 15 - Diapositive
Contra-indicatie:
Aandoeningen van de urinebuis.
Verstopte katheter waarbij spoelen niet afdoende is.
Eerdere ingrepen aan de plasbuis of nieren.
Overgevoeligheid voor de toedieningsvloeistof.
Slide 16 - Diapositive
Aandachtspunten:
Spoelvloeistof op lichaamstemperatuur maken.
Monitoren hoeveel vloeistof afloopt--> moet gelijk zijn aan de spoelvloeistof die je hebt ingebracht.
Controleer de urineopvangzak op veranderingen in kleur en bloedstolsels.
Slide 17 - Diapositive
Eventuele complicaties:
Urineweginfecties
Verstoppingen (door verplaatste stolsels).
Blaaskrampen (overprikkeling van de blaas).
Bloed bij de urine.
Branderig gevoel bij het plassen.
Het gevoel hebben vaker te moeten plassen.
Een allergische reactie op de spoelvloeistof.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Spoelvloeistof
Fysiologische zoutoplossing (bijv. NaCl 0.9%)
Aangevuld met chloorhexidine
Kant en klare vloeistof: urotainer
Aangevuld met medicijnen
Slide 20 - Diapositive
Werkwijze:
Informeren van zorgvrager
Hygiënisch werken: hoe?
Controleren van spoelvloeistof
Spoelvloeistof opwarmen: kamertemperatuur
Katheter afklemmen met kocher
Ontkoppelen van urineopvangzak
Sluit spoelzakje aan op katheter
Open de klem van het spoelzakje
Houd het spoelzakje boven het niveau van de blaas
Als zakje leeg is afklemmen
Laat de spoelvloeistof inwerken: 15 minuten of volgens voorschrift
Slide 21 - Diapositive
Werkwijze vervolg:
12. Laat de vloeistof teruglopen in het zakje 13. Klem het spoelzakje af 14. Klem de katheter af met een kocher 15. Ontkoppel het spoelzakje van de katheter 16. Desinfecteer de aansluitpunten van katheter en de urineopvangzak 17. Sluit de urineopvangzak aan op katheter 18. Verwijder de kocher van de katheter 19. Opruimen en rapporteren
Slide 22 - Diapositive
Voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
Observatiepunten bij blaasspoelen
A
Weerstand
B
Pijn of bloed
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde
Slide 24 - Quiz
Bij blaasspoelen draag je steriele handschoenen
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
blaasspoelen doe je...:
A
1 x per week
B
nooit
C
bij obstructie
D
bij blaasontsteking
Slide 26 - Quiz
Bloed bij de urine kan een complicatie zijn van een blaasspoeling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden
Slide 28 - Quiz
SP Katheter
Slide 29 - Diapositive
Wat is een SP katheter
Slide 30 - Carte mentale
SP Katheter
Dat is een katheter via de buikwand
Vlak boven het os pubis.
Suprapubisch betekent boven het schaambeen.
Slide 31 - Diapositive
Voordelen SP katheter:
Leidt niet tot irritatie of beschadiging van de urinebuis.
De kans op blaasontstekingen en andere infecties van de urine wegen is kleiner.
Blaaskrampen en blaasstenen komen minder vaak voor.
Katheter is minder hinderlijk tijdens geslachtsgemeenschap.
Slide 32 - Diapositive
Aandachtspunten:
Eerste 5 dagen afdekken met een splitgaas (droog en steriel).
Dagelijks reinigen met water en alcohol.
Werk aseptisch en van binnen naar buiten.
Observeer de insteekopening op roodheid/pusvorming.
Slide 33 - Diapositive
Indicaties:
Urineretentie door een prostaatvergroting.
Langdurig bestaande indicatie voor katheterisatie .
Terugkomende (recidiverende) urineweginfecties.
Definitieve katheterisatie.
Slide 34 - Diapositive
Contra-indicaties:
Overgewicht.
Huidletsels boven het schaambeen.
Blaaskanker of een tumor die de blaas wegduwt.
Problemen met bloedstolling.
Slide 35 - Diapositive
Nefrostomiekatheter:
Afvoer is helemaal geblokkeerd.
Nefrostomiekatheter voert urine af uit het nierbekken en loopt via de onderhuid naar de nier.
Slide 36 - Diapositive
Wat is de indicatie voor een SP?
A
Als het inbrengen via de plasbuis niet lukt
Als het inbrengen via de plasbuis niet lukt