Klas 2BKT1 Lesweek 38 Les 1

Was machst du Heute?

- Wortschatz (KT Buch)
- Grammatik (BK Buch)
- Sprechen
- Ein Gewinnspiel

Und ich checke die Hausaufgaben von Kapitel 8














Lieke, Bram, Maxwell

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Was machst du Heute?

- Wortschatz (KT Buch)
- Grammatik (BK Buch)
- Sprechen
- Ein Gewinnspiel

Und ich checke die Hausaufgaben von Kapitel 8














Lieke, Bram, Maxwell

Slide 1 - Diapositive

Was lernst du Heute?




Lernziele:

- Du lernst Wörter die mit “Einkaufen” zu tun haben
- Du kannst die Verben (werkwoorden) können, mögen und wollen benutzen
- Du weißt was du beim Sprechfertigkeitstest machen sollst.






























Slide 2 - Diapositive

Wortschatz
Ӧffnet euer Buch auf: 
BK -> S. 126
KT -> S. 134

Wir lesen zusammen die linke Reihe.

Slide 3 - Diapositive

Grammatik
3 bijzondere werkwoorden -> können, mögen en wollen.


Wat klopt er niet aan deze zin?
Kunnen                    Ik kun niet naar school, want ik ben ziek.
Zullen                       Zij zul haar volgende toets goed moeten                                                   maken, anders blijft zij zitten.

Slide 4 - Diapositive

Was weißt du noch?

Slide 5 - Diapositive

Was weißt du noch?
Ook het Duits heeft 
een aantal van die 
werkwoorden.
Je leert er nu drie:
- können
- mögen
- wollen

Slide 6 - Diapositive

können, mögen, wollen
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

können, mögen, wollen
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

können, mögen, wollen
Wat valt op bij deze drie werkwoorden?

Slide 9 - Diapositive

können, mögen, wollen
Wat valt op bij deze drie werkwoorden?

Slide 10 - Diapositive

können, mögen, wollen
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Sprechen
Spreekvaardigheidtoets 
Volgende week
- tweetallen
- 3 tot 4 minuten per gesprek
- 10 steekwoorden 
- wordt opgenomen
- telt drie keer mee

Slide 12 - Diapositive

Sprechen
Wichtig!
Morgen  
- tweetallen doorgeven
- via het rad een dag kiezen (woensdag, donderdag, vrijdag).
Sportplus leerlingen op wo / do.

Slide 13 - Diapositive

Kapitel 9: Einkaufen



Achtung:
Handy in deine Tasche.
Auf deinem Tisch liegen:
Dein Buch, dein Heft und dein Etui.

Slide 14 - Diapositive

Ein Spiel / Paare finden
- Vorm drie- of viertallen.
- Je krijgt van mij een envelop met daarin de woorden van de Lernliste N-D van Kapitel 9.
- Zoek zo snel mogelijk het Nederlandse en Duitse woorden bij elkaar.
- Jullie hebben 10 minuten de tijd (of korter wanneer er eerder een winnaar is).
- De winnaars krijgen een zakje Haribo.

timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Na? Und?
Wie ist es gelaufen?
5 Finger -> Gut.
3 Finger -> Mwah.
1 Daum -> Nicht gut.

Wie zie ik vanmiddag in lokaal 19 voor Hausaufgaben?

Slide 16 - Diapositive