V2 3.5 Bijvoeglijk nw, uitgangen/bijzondere vormen + 3.4 écouter/onderwerp herkennen

Lesdoelen
Mijn kennis over het herkennen van een onderwerp is weer opgefrist.

3.5 Grammaire II: Ik kan het bijvoeglijk naamwoorden herkennen en toepassen.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Mijn kennis over het herkennen van een onderwerp is weer opgefrist.

3.5 Grammaire II: Ik kan het bijvoeglijk naamwoorden herkennen en toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Bonjour

Slide 2 - Diapositive

Comment allez-vous? Hoe gaat het met jullie?

Slide 3 - Question ouverte

But de la leçon
Mijn kennis over het herkennen van een onderwerp is weer opgefrist.
3.5 Grammaire II: Ik kan het bijvoeglijk naamwoorden herkennen en toepassen.

Slide 4 - Diapositive

Hoe herken je een onderwerp van een gesprek?

Slide 5 - Carte mentale

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?

Slide 6 - Diapositive

Révision


Regelmatige vormen van het bijvoeglijk nw
Exercices 16a & 16b, page 101
Théorie, page 102


timer
7:00

Slide 7 - Diapositive

L'adjectif - Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

onregelmatig bijvoeglijk nw

Slide 11 - Diapositive

Grammaire II:  bijvoeglijk naamwoord
Bijzonder mannelijk meervoud

-eau --> +x
nouveau --> nouveaux

-al --> -aux
journal --> journaux

Slide 12 - Diapositive

De bijzondere vormen van het bijvoeglijk naamwoord
  • Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -x dan eindigt de vrouwelijke vorm op -se 
  • heureux =heureuse 
  • jaloux =jalouse 
  • als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -f dan eindigt de vrouwelijke vorm op -ve
  • sportif = sportive 
  • créatif = créative 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Welke beschrijving past bij dit plaatje?

A
il y a deux petits filles
B
il y a deux grandes filles
C
il y a deux petites filles
D
il y a deux grande filles

Slide 17 - Quiz

Welke beschrijving past bij dit plaatje?

A
lls sont joyeuses
B
ils sont joyeux
C
elles sont joyeux
D
ils sont joyeuxs

Slide 18 - Quiz

Welke beschrijving past bij dit plaatje?
A
ils sont très sportives
B
ils sont très sportif
C
Ils sont très sportive
D
ils sont très sportifs

Slide 19 - Quiz

Beschrijf dat plaatje !

A
c'est une vieux dame
B
c'est une vieilles dame
C
c'est une vieille dame
D
c'est une vieille dames

Slide 20 - Quiz

Beschrijf dat plaatje !

A
c'est un nouveaux portable
B
c'est un nouvelles portables
C
c'est une nouvelle portable
D
c'est un nouveau portable

Slide 21 - Quiz

Welke kleur zijn de ogen ?

A
les yeux sont bleus
B
les yeux sont bleux
C
les yeux sont bleues
D
les yeux sont bleue

Slide 22 - Quiz

Tu as compris le cours ?
Si tu ne comprends pas, alors regarde la vidéo !

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

En étapes
Bijzondere vormen van bijv. nw
Exercices 16c & 16d, p. 103-104 
Théorie, page 102



Slide 25 - Diapositive

Devoirs
• Apprendre:
Vocabulaire et Phrases, Apprendre 5, page 115
• Faire:
Exercices 19, 20 & 21 (pages 107-108)





Slide 26 - Diapositive

Lesdoelen behaald?


  • Het herkennen van een onderwerp is weer opgefrist. 
  •  3.5 Grammaire II: Ik kan het bijvoeglijk naamwoorden herkennen en toepassen.

Slide 27 - Diapositive

Franse
bijvoeglijk naamwoorden

Slide 28 - Carte mentale

Zet de correcte uitgangen achter de soort zelfstandig naamwoorden!
Mannelijk enkelvoud (le/l')
Vrouwelijk enkelvoud (la/l')
Mannelijk meervoud (les)
Vrouwelijk meervoud (les)
Bijvoeglijk
nmw + E
Bijvoeglijk nmw + S
Bijvoeglijk nmw + ES
Bijvoeglijk nmw + niets

Slide 29 - Question de remorquage

Slide 30 - Vidéo

À la semaine prochaine!

Slide 31 - Diapositive