Extra les n.a.v. vragen leerlingen

Extra les
Verschil collectieve en particuliere sector
Belasting Box 1 en Box 3
6.2 aftrekposten
6.3
oefenopgaven: hfst 5 vraag 5, hfst 6 vraag 11 + 13
rekenopgaven hfst 5 vraag 9

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Extra les
Verschil collectieve en particuliere sector
Belasting Box 1 en Box 3
6.2 aftrekposten
6.3
oefenopgaven: hfst 5 vraag 5, hfst 6 vraag 11 + 13
rekenopgaven hfst 5 vraag 9

Slide 1 - Diapositive

Collectieve sector:
bedrijven en instellingen van de overheid.
Bijvoorbeeld:
Museum, bejaardentehuis, zwembaden, politie, vuilnis dienst, brandweer enz.

Mogen geen winst maken.
Particuliere sector:
bedrijven van burgers.

Bijvoorbeeld:
Fabrieken, winkels, notaris, advocaat, dokter, verzekeringsmaatschappij enz

Willen wel winst maken.

Slide 2 - Diapositive

Belasting Box1

Slide 3 - Diapositive

Kees verdient €70.000,- per jaar. Hoeveel belasting moet hij betalen?
Basistarief 37,35% tot €68.507,-
Toptarief 49,50% boven de €68.507,-

Slide 4 - Question ouverte

Jeanet verdient €35.000,- per jaar. Hoeveel belasting moet hij betalen?
Basistarief 37,35% tot €68.507,-
Toptarief 49,50% boven de €68.507,-

Slide 5 - Question ouverte

Harrie verdient €89.000,- per jaar. Hoeveel belasting moet hij betalen?
Basistarief 37,35% tot €68.507,-
Toptarief 49,50% boven de €68.507,-

Slide 6 - Question ouverte

Belasting Box 3

Slide 7 - Diapositive

Teije en Inge hebben samen € 31.500 spaargeld en € 34.640 aan beleggingen. Voor hen samen is het heffingsvrij vermogen € 50.000.
fictief rendement = 2,6% belasting over fictief rendement = 30%
Bereken de belasting in box 3 voor Teije en Inge.

Slide 8 - Question ouverte

Sandra heeft €31.600,- aan spaargeld en €24.800,- aan beleggingen. Het heffingsvrij vermogen is €50.000,- Het fictief rendement is 2,6%. De belasting over het fictief rendement is 30%.
A. Bereken het fictief rendement.
B. Bereken het bedrag dat Sandra in box 3 moet betalen.

Slide 9 - Question ouverte

Op het loon van Saskia is elke maand €432,75 aan loonbelasting ingehouden. Haar inkomsten belasting over dat jaar is vastgesteld op €4.950,68. Hoeveel moet Saskia bijbetalen of krijgt zij terug?

Slide 10 - Question ouverte

Op het loon van Kees is elke maand €357,93 aan loonbelasting ingehouden. Zijn inkomsten belasting over dat jaar is vastgesteld op €4.317,23. Hoeveel moet Kees bijbetalen of krijgt hij terug?

Slide 11 - Question ouverte

Succes met voorbereiden.

Slide 12 - Diapositive