Clase 9. C1 Unidad 2. Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles, 19 de octubre de 2022
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Miércoles, 19 de octubre de 2022

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos para la clase de hoy.
  3. Seguimos con la unidad 2. Gramática
  4. Final de la clase: ¿Qué hemos aprendido hoy?

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- Ik ken de namen van Spaanstalige landen en nationaliteiten.
- Ik kan de dagen van de week in het Spaans zeggen.
- Ik ken de namen van een aantal schoolvakken in het Spaans.
- Ik kan het werkwoord “ser” en “llamarse” in het meervoud vervoegen.
- Ik ken het meervoud van zelstandige naamwoorden in het Spaans.
- Ik kan tot met 100 tellen in het Spaans.
- Ik ken de aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans.


Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de namen van 5 Spaanstalige landen.
- Ik kan 5 nationaliteiten in het Spaans zeggen.
- Ik kan vragen waar iemand woont en vertellen waar ik zelf woon.
- Ik kan 5 schoolvakken in het Spaans benoemen.
- Ik kan voorstellen om iets te gaan doen in het Spaans.
- Ik kan vertellen wat ik leuk/niet leuk vind.
- Ik ken alle woorden van unidad 2 en de frases claves















Slide 4 - Diapositive

U2 Gramática
1) meervoud
2) bijvoeglijke naamwoorden
3) De aanwijzende voornaamwoorden. 

Slide 5 - Diapositive

el plural - het meervoud
REGELS:
1. Eindigt een woord op een klinker (a/e/i/u/o) + s
Voorbeeld: la casa (het huis) - las casas (de huizen)
2. Eindigt een woord op een medeklinker + es
Voorbeeld: el profesor (de leraar) - los profesores (de leraren)

Slide 6 - Diapositive

Zet in het meervoud:
el alumno

Slide 7 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
la profesora

Slide 8 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
el reloj

Slide 9 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
el estudiante

Slide 10 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord
1. Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
2. In het Spaans past het zich aan aan mannelijk / vrouwelijk / enkelvoud / meervoud.
3. In het Spaans staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld: wit = blanco
la casa blanca - las casas blancas
4. Voor de volledige uitleg; bekijk het filmpje!

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Zinnen in het meervoud zetten
Regels:
1. klinker + s / medeklinker + es (NIET voor werkwoorden)
2. vergeet niet het lidwoord aan te passen (el - los / la -las)
3. vergeet niet om ook het ww aan te passen!
Voorbeeld:
El libro es bonito. - Los libros son bonitos.
(Het boek is mooi. -De boeken zijn mooi.)


Slide 13 - Diapositive

1. Mi amigo es español.

Slide 14 - Question ouverte

2. Ella es estudiante.

Slide 15 - Question ouverte

3. El libro es interesante.

Slide 16 - Question ouverte

4. Usted es profesor.

Slide 17 - Question ouverte

5. El alumno es chileno (uit Chili).

Slide 18 - Question ouverte

6 . La casa es bonita (mooi).

Slide 19 - Question ouverte

De aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans 
DIT, DEZE worden gebruikt voor iets dat dichtbij is.
Este, Esta, Estos, Estas


DIE, DAT worden gebruikt voor iets dat ver weg is.
Esa, Esa, Esos, Esas 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

... teléfono móvil es azul.
A: Esta B: Este C: Estas D: Estos
A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 24 - Quiz

... chicas son de Cuba.
A: Esta B: Este C: Estas D: Estos
A
Esta
B
Este
C
Estas
D
Estos

Slide 25 - Quiz

...diccionarios son españoles.
A: Esta B: Estas C: Este D: Estos
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 26 - Quiz

... ordenadores son grandes.
A: Esta B: Estas C: Este D: Estos
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 27 - Quiz

... coche es verde.
A: Esta B: Estas C: Este D: Estos
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 28 - Quiz

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 2. Gramática
Opdracht 1 t/m 4
WB Unidad 2. Gramática
1, 2, 4, 5, 6, en 9 t/m 11

Si terminas/Als je klaar bent?
Woorden leren unidad 2 (vanaf "mirar"t/m "décimo")
Frases claves unidad 2



Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
WB Unidad 2 Gramática
3, 8, 12 t/m 14

Slide 29 - Diapositive

Deberes (Huiswerk)
Leer:
-Woorden leren unidad 2 (vanaf "verdadero"t/m "Las Matemáticas)
- Frases claves unidad 2 
- Gramática unidad 1 en unidad 2 (Zie aantekeningen in Lessonup)

Slide 30 - Diapositive


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 32 - Sondage

Slide 33 - Diapositive


Nog iets anders, namelijk...

Slide 34 - Question ouverte

0

Slide 35 - Vidéo