Introductie les

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
Twee geslachtscellen versmelten.
A
geslachtelijk
B
geslachtelijk
C
beide
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
Twee geslachtscellen versmelten.
A
geslachtelijk
B
geslachtelijk
C
beide

Slide 1 - Quiz

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
Er vindt bevruchting plaats.
A
geslachtelijk
B
ongeslachtelijk
C
beide

Slide 2 - Quiz

Organismen kunnen zich op twee manieren voortplanten: geslachtelijk en ongeslachtelijk.

Over welk type voortplanting gaan de zinnen?
De nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders
A
geslachtelijk
B
ongeslachtelijk
C
beide

Slide 3 - Quiz

Wat geeft het cijfer 1 weer in de afbeelding?
A
zaadcel
B
eicel
C
celkern
D
bevruchting

Slide 4 - Quiz

Wat geeft het cijfer 4 weer in de afbeelding?
A
zaadcel
B
eicel
C
celkern
D
bevruchting

Slide 5 - Quiz

Mannelijk geslachtschromosoom?
A
X
B
Y
C
XX
D
XY

Slide 6 - Quiz

Er zijn twee typen celdeling: de gewone celdeling en de reductiedeling.

Welke andere naam ken je voor gewone celdeling?
A
mitose
B
meiose

Slide 7 - Quiz

Er zijn twee typen celdeling: de gewone celdeling en de reductiedeling.

Welke andere naam ken je voor reductiedeling?
A
mitose
B
meiose

Slide 8 - Quiz

Bij welke celdeling bevatten de dochtercellen weer chromosomenparen?
A
mitose
B
meiose

Slide 9 - Quiz

Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 10 - Quiz

Wie heeft de evolutie van mens en dier ontdekt?
A
Columbus
B
Darwin
C
Marco Polo
D
Einstein

Slide 11 - Quiz

Wat is geen evolutie
A
Telefoons die steeds sneller worden.
B
Mensen worden steeds langer
C
Huiskatten worden steeds liever
D
De gemiddelde Nederlander wordt dikker.

Slide 12 - Quiz

Evolutie gaat er van uit dat het dier dat het ........... overleefd
A
sterkste is
B
beste aangepast is
C
mooiste
D
slimste

Slide 13 - Quiz

Mutaties zijn niet noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten

Slide 15 - Quiz

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?

A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 16 - Quiz