Hoe moeten we het doen? Lees dit goed een aantal keren!
Je zet 'ne' altijd voor de persoonsvorm (werkwoord), 'pas' zet je er altijd achter!
Bijvoorbeeld.
Je suis à l'école
Je ne suis pas à l'école.
De persoonsvorm (werkwoord) staat altijd na de persoonlijke voornaamwoorden zoals je, tu, il, elle, nous, vous, ils, elles, personen of dingen.