Woordraadstrategie: voorbeeld

Woordraadstrategie
- Een voorbeeld zoeken - 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordraadstrategie
- Een voorbeeld zoeken - 

Slide 1 - Diapositive

Doel:


Aan het einde van de les kun je voorbeelden van onbekende woorden vinden in een tekst d.m.v. de woordraadstrategie voorbeeld zoeken in te zetten.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 3 - Question ouverte

Woordraadstrategie = 

Woordraadstrategie = wanneer je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren achter de betekenis van een woord komen. 

Er zijn 5 verschillende woordraadstrategieën. 
1.  Betekenis zoeken (voor- en teruglezen in de tekst)
2. Synoniem (verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis).
3. Voorbeeld (woorden zoals, bijvoorbeeld, als, je kunt denken aan...)
4. Bekend woorddeel (een stukje van het hele woord herken je, bijv. een voorvoegsel on-...)
5. Tegenstelling (tegenovergestelde van elkaar. warm-koud, donker-licht).

Slide 4 - Diapositive

Woordraadstrategie - voorbeeld zoeken -
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 5 - Diapositive

Hieronder lees je een voorbeeldzin:


Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).


Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

Slide 6 - Diapositive

Hoe zoek je een voorbeeld in de tekst?
  1. Kijk of er in dezelfde zin, de zin ervoor en/of de zin erna voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of met strepen aangegeven.

  2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, onder andere, ter verduidelijking, een voorbeeld van...

  3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden (opsomming).

Slide 7 - Diapositive

De meeste gerechten, denk aan een vleespastei en een stoofpot, worden met de handen gegeten.
Welke woorden laten zien dat het om een voorbeeld gaat?

Slide 8 - Question ouverte

Hierna komen enkele oefeningen, maar let op...


1. Waarvan wordt een voorbeeld genoemd?

(Let op! --> dus niet het voorbeeld zelf noemen!)

Slide 9 - Diapositive

In ontwikkelingslanden zoals Congo, Malawi en Nepal heerst veel armoede.

Slide 10 - Question ouverte

Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.

Slide 11 - Question ouverte

Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag, hangen veel mensen de vlag uit.

Slide 12 - Question ouverte

Via internet kun je heel wat feestartikelen kopen: feesthoedjes, ballonnen, slingers en confetti.

Slide 13 - Question ouverte

Aan welke 3 woorden kun je voorbeelden herkennen?
A
Zoals
B
Maar
C
Te denken valt aan
D
Als

Slide 14 - Quiz

Aan welke 3 woorden kun je een voorbeeld herkennen?
A
Bijvoorbeeld
B
Ter illustratie
C
Onder andere
D
Wellicht

Slide 15 - Quiz

Aan welke 3 woorden kun je een voorbeeld herkennen?
A
Ter verduidelijking
B
Dat blijkt uit
C
Voorheen
D
Neem nou

Slide 16 - Quiz

Je hebt geleerd dat...


Je hebt geleerd dat er verschillende woorden in een tekst aanwezig zijn, waardoor je voorbeelden kunt herkennen.


Slide 17 - Diapositive

De meest voorkomende woorden nog eens op een rijtje...


Zoals, bijvoorbeeld, zo, een voorbeeld, dat blijkt uit,
dat komt voor bij, ter illustratie, onder andere, neem nou,
u kent het wel, ter verduidelijking.

Slide 18 - Diapositive