1.8 spelling 3K

Welkom
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Schaatsenrijden

Glad en wijd ligt het ijs
in een veeg wit en grijs
en de lucht, tastbare kou,
is gestolpt onder blauw.
En mijn schaats met een kras
als een schot onder glas
trekt een veervormig spoor
van mijn voet uit te loor.
Ik scheer scheef op het vlak
langs een donkerblauw wak,
na een sprong voor een scheur
als een koord, schiet ik voort
op het staal en ik duik
in de wind en gebruik
elke spier, die geniet
als ik suis langs het riet.

Clara Eggink (1906-1991)
uit: Schaduw en water (1934)Tekst

Slide 2 - Diapositive

1.8 spelling
opbouw van de les:

  • quiz hoofdstuk 1.7 wat weet je nog
  • uitleg 1.8 spelling
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

1.7 quiz
  • doe maar mee
  • 7 vragen 

Slide 4 - Diapositive

Iedere zin heeft een gezegde,
maar wat is een gezegde?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het gezegde in de volgende zin?

Jan schaatst naar school.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een samengestelde zin?

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel gezegdes zitten er in een samengestelde zin?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een voegwoord?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het voegwoord in de volgende samengestelde zin?

Jan gaat naar school, maar heeft daar geen zin in

Slide 10 - Question ouverte

Maak zelf een samengestelde zin

Slide 11 - Question ouverte

1.8 spelling
boek blz 66
leerdoelen
  • spelling van persoonsvormen

Slide 12 - Diapositive

De spelling van de persoonsvorm
  • Een enkelvoudige zin heeft 1 persoonsvorm

  • Een samengestelde zin heeft meer persoonsvormen
  • De spelling van deze persoonsvorm hangt af van het onderwerp in de zin.........Enkelvoud of meervoud

Slide 13 - Diapositive

"De lopenregel"
Het werkwoord "lopen" spel je ALTIJD goed. 
Als je niet weet hoe je een werkwoord spelt, dan vervang je dit in gedachte door het werkwoord : lopen. Hoor je bij het werkwoord lopen een t, dan schrijf je dit ook bij het andere werkwoord. 

"Deze regel werkt ALTIJD bij werkwoorden in de tegenwoordige tijd! "

Slide 14 - Diapositive

voorbeeldzinnen
"De vraag op de kaart (worden) hardop voorgelezen."

De vraag op de kaart ( loopT.....) 

dus: 

"De vraag op de kaart wordt hardop voorgelezen."

Slide 15 - Diapositive

opdracht
zelfstandig maken!

Blz 67 
tekst 1 blik op jong talent 

Daarna samen nakijken
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

opdracht
samen maken 
blz 68

opdracht 4, 5 

Daarna samen bespreken

timer
20:00

Slide 17 - Diapositive