7.1 Van wereldoorlog naar Koude Oorlog

7.1 Van wereldoorlog naar Koude Oorlog

Waardoor kwamen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tegenover elkaar te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland?
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.1 Van wereldoorlog naar Koude Oorlog

Waardoor kwamen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tegenover elkaar te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland?

Slide 1 - Diapositive

Op 25 april 1945 ontmoetten de Amerikaanse troepen die van de Sovjet-Unie langs de Elbe aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
  • De leerling kan de Grote Drie benoemen
  • De leerling kan de vijf afspraken van de Conferentie van Potsdam benoemen
  • De leerling kan benoemen in hoeveel bezettingszones Duitsland en Berlijn na de capitulatie werd verdeeld.
  • De leerling kan de begrippen Oostblok, Westblok IJzeren Gordijn en invloedssfeer uitleggen
  • De leerling kan het begrip Trumandoctrine uitleggen en voorbeelden ervan benoemen
  • De leerling kan de twee Duitslanden benoemen van de politieke tweedeling van Duitsland
  • De leerling kan de Blokkade van Berlijn uitleggen
  • De leerling voorbeelden benoemen van de militaire blokvorming tijdens de Koude Oorlog

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Noem de naam en bijbehorende jaartallen van tijdvak 10.

Noem twee kenmerkende aspecten passend bij dit hoofdstuk.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive




Conferentie van Jalta
februari 1945

Slide 7 - Diapositive




Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 8 - Diapositive

Conferentie van Jalta (februari 1945)
  • Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)

 Wat doen we met Duitsland en Europa na de oorlog?
‘We komen er samen wel uit,’ was het algemene gevoel. Er werden in het begin alleen maar vage afspraken gemaakt.        


Slide 9 - Diapositive

Conferentie van Potsdam 

 Hier kwamen de tegenstellingen openlijk aan het licht. De vage afspraken bleken voor meer dan één uitleg vatbaar te zijn. 
Er werd er wél overeenstemming bereikt over de volgende punten:
1. De oorlogsmisdadigers zouden bestraft worden.
2. De grens tussen Duitsland en Polen zou verder naar het westen opgeschoven worden (voortaan zouden – voorlopig – de rivieren de Oder en de Neisse de grens vormen).
3. De Duitstalige minderheden uit Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije zouden deze landen moeten verlaten.
4. Duitsland zou een economische eenheid blijven.
5. Er zou een vredesverdrag voor geheel Duitsland worden voorbereid.




Slide 10 - Diapositive

Wie waren de Grote Drie?
A
George (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)
B
Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Lenin (SU)
C
Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)
D
Churchill (GB), Truman (VS) en Stalin (SU)

Slide 11 - Quiz

Noem de vijf afspraken uit de Conferentie van Potsdam.

Slide 12 - Question ouverte

Welke afspraken uit de Conferentie van Potsdam werden niet uitgevoerd?
A
Duitsland zou een economische eenheid blijven.
B
De oorlogsmisdadigers zouden bestraft worden.
C
Er zou een vredesverdrag voor geheel Duitsland worden voorbereid.
D
De Duitstalige minderheden uit Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije zouden deze landen moeten verlaten.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Aan het eind van de oorlog was Duitsland verdeeld in vier bezettingszones; ditzelfde gebeurde ook met de hoofdstad Berlijn. Het was de bedoeling dat de opperbevelhebbers van de vier zones minstens drie keer per maand bij elkaar zouden komen en dat ze unaniem beslissingen zouden nemen.

Wat is hier de betekenis van bezettingszones?

A
In 1945 werd het bestuur over Berlijn in handen gelegd van vertegenwoordigers van vier landen (GB, VS, Fr en SU), die ieder een gedeelte van het territorium van Berlijn kregen toegewezen.
B
In 1945 werd het bestuur over Du en Berlijn in handen gelegd van vertegenwoordigers van vier landen (GB, VS, Fr en SU), die ieder een gedeelte van het territorium van Du en Berlijn kregen toegewezen.
C
In 1945 werd het bestuur over Du in handen gelegd van vertegenwoordigers van vier landen (GB, VS, Fr en SU), die ieder een gedeelte van het territorium van Du kregen toegewezen.
D
In 1945 werd het bestuur over Du en Bonn in handen gelegd van vertegenwoordigers van vier landen (GB, VS, Fr en SU), die ieder een gedeelte van het territorium van Du en Bonn kregen toegewezen.

Slide 15 - Quiz

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Slide 16 - Diapositive

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid, soms dan...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo


Wat wil het communisme?
A
Een samenleving waarin er geen eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
B
Een samenleving waarin er wel eigen bezit is en waar iedereen gelijkwaardig is.
C
Een samenleving waarin er één sterke leider is en er geen eigen bezit is.
D
Een samenleving waarin er één sterke leider is en waar wel eigen bezit is.

Slide 19 - Quiz

Noem de vier kenmerken van de Verenigde Staten.
Noem de vier kenmerken van de Sovjet-Unie.

Slide 20 - Question ouverte

Verdeling van Duitsland
  • Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig

  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten

  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld

  • Reizen tussen bezettingszones is geen probleem

  • Wat valt op aan Berlijn?
Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 21 - Diapositive

Relatie verslechtert...
  • Er ontstaat een Westblok en een Oostblok. Chruchill spreekt van een IJzeren Gordijn. 

  • 1945: Opvolger president Roosevelt:
    Harry Truman (VS) is fel anti-communistisch.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat was de Trumandoctrine?
A
Economische steun aan alle landen die slachtoffer zijn geworden van de Duitse bezetting.
B
Militaire steun bieden aan nieuwe dictaturen.
C
Economische en militaire steun aan alle landen die het communisme buiten wilden houden.
D
Economische en militaire steun aan alle communistische landen.

Slide 24 - Quiz

Hoe zit het ook alweer?
Waarom kwamen de overwinnaars van WOII tegenover elkaar te staan? 

Slide 25 - Diapositive

Waardoor kwamen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tegenover elkaar te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland?


Slide 26 - Diapositive

Verslechterde relatie
1948: West tegen Oost.
West voert  een nieuwe munt in (Deutsche Mark)

Waarom is Stalin boos?
Reactie... 


Slide 27 - Diapositive


De Blokkade van Berlijn
mei 1948 - juni 1949

Slide 28 - Diapositive

Blokkade Berlijn (1948)


Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn


Reactie Westen?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Elke drie minuten een vliegtuig! Stalin geeft op.

Slide 31 - Diapositive



Slide 32 - Diapositive

Noem twee gebeurtenissen waar de verslechterde relatie tussen West en Oost door blijkt.

Slide 33 - Question ouverte

Politieke blokvorming 1949:

Oprichting
* West-Duitsland (BRD) 
en  
* Oost-Duitsland (DDR) 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Militaire blokvorming 1949
NAVO (Noord-Atlantische verdragsorganisatie) van het Westen

Warschaupact van het Oosten 

Slide 36 - Diapositive

Welke twee landen komen voort uit de politieke blokvorming in Duitsland tussen 1948 en 1949?

Slide 37 - Question ouverte

Welke twee militaire samenwerkingsverbanden worden opgericht aan het begin van de Koude Oorlog?

Slide 38 - Question ouverte

Begrippenlijst
De Grote Drie: Naam voor de regeringsleiders van Groot-Brittannië (Churchill), de Verenigde Staten (Roosevelt) en de Sovjet-Unie (Stalin) die tijdens de Tweede Wereldoorlog als geallieerden gezamenlijk tegen Duitsland en Japan optrokken.

Bezettingszones: In 1945 werd het bestuur over Duitsland en Berlijn in handen gelegd van vertegenwoordigers van vier landen (Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Frankrijk en Sovjet-Unie), die ieder een gedeelte van het territorium van Duitsland en Berlijn kregen toegewezen.

Westblok: Groep kapitalistische landen onder leiding van de Verenigde Staten.

Oostblok: Groep Oost-Europese communistische landen onder leiding van de Sovjet-Unie.

IJzeren Gordijn: Tijdens de Koude Oorlog gangbare naam voor de hermetisch afgesloten grens tussen het westen en het oosten van Europa.
Invloedssfeer: Gebied waar een staat veel invloed kan laten gelden, meestal met stilzwijgende goedkeuring van andere staten.

Slide 39 - Diapositive

Begrippenlijst
Invloedssfeer: Gebied waar een staat veel invloed kan laten gelden, meestal met stilzwijgende goedkeuring van andere staten.
Truman Doctrine: Door de Amerikaanse president Truman verkondigde richtlijn dat het Westen ieder land (eventueel militair) mag steunen waar een communistische machtsovername dreigt.
Bondsrepubliek Duitsland (BRD): Land dat in 1949 ontstond door samenvoeging van de drie westelijke bezettingszones; ook bekend als West-Duitsland.
Duitse Democratische Republiek (DDR): Land dat in 1949 ontstond uit de oostelijke bezettingszone; ook bekend als Oost-Duitsland.
Koude Oorlog: Periode van vijandschap (1945-1985/9) tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten, waarin het nooit tot een échte oorlog tussen de grootmachten (de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie) kwam.

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO): Militair bondgenootschap van het Westblok, opgericht in 1949, met als doel West-Europa tegen het communisme te beschermen.
Warschaupact: Militair bondgenootschap van de Sovjet-Unie en de Oostbloklanden, opgericht in 1955.

Slide 40 - Diapositive

Antwoord op de deelvraag: Waardoor kwamen na het einde van de Tweede Wereldoorlog de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tegenover elkaar te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland?
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog bleek regelmatig dat de Grote Drie (Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Sovjet-Unie) geen echte vrienden waren. Hun belangen liepen ver uiteen. Dit kwam in de maanden die volgden op de Duitse capitulatie (overgave) duidelijk aan het licht. Terwijl de Russen voor een harde lijn met betrekking tot de toekomst van Duitsland kozen, waren de Amerikanen en Britten een stuk gematigder.

Binnen een jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog was de verstandhouding tussen beide kampen (al snel tot ‘het Westblok’ en ‘het Oostblok’ omgedoopt) zo slecht en waren er zo veel conflicten, dat het uitbreken van een nieuwe oorlog slechts een kwestie van tijd leek. Het gevolg was ontstaan van de Koude Oorlog met Duitsland als middelpunt (de conferentie van Potsdam, de gang van zaken in de vier bezettingszones, de blokkade van Berlijn), met de oprichting van de BRD en de DDR als voorlopig eindresultaat.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Huiswerk
Maken van 7.1:
Opdracht 4, 6, 7, 9, 12, 13
Klaar? Lees 7.2 en schrijf vragen op over wat je niet goed van de theorie begrijpt

Slide 43 - Diapositive