Ordening planten

Ordening
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ordening

Slide 1 - Diapositive

Lesindeling
Lesopening
Leerdoelen
Uitleg BS3.4
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesopening

Slide 3 - Diapositive

Hoe was je vakantie?

Slide 4 - Carte mentale

Leerdoelen
8 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
9 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg  Planten
Er zijn meer dan 390 000 soorten planten bekend. 
Zelfs in de woestijn groeien planten. 
Planten zijn de enige groep met bladgroenkorrels.
Planten horen tot het domein van de eukaryoten.

Slide 6 - Diapositive

Indelen van het plantenrijk
Bij de indeling van planten kijken biologen naar verschillende kenmerken, zoals het soort bladgroenkorrels, de bouw van de plant en de manier van voortplanten. 
Ze ordenen planten in acht stammen

Slide 7 - Diapositive

Indeling van het plantenrijk in 8 stammen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wieren
  • Wieren leven in water.
  • Verschillende kleuren bladgroenkorrels: chlorofyl
  • Blauwgroene wieren, roodwieren, groenwieren, kranswieren
  • Geen wortels, stengels

Slide 10 - Diapositive

Vaatplanten
Sporenplanten

Slide 11 - Diapositive

Vaatplanten
De meeste planten die je kent, behoren tot de stam van de vaatplanten. 
  • Hebben vaten (buisjes) voor het transport van stoffen. 
  • Ze hebben wortels, stengels en bladeren. 
  • Maken zaden of sporen om zich voort te planten

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Vaatplanten
Sporenplanten

Slide 14 - Diapositive

Sporenplanten
  • Sporenplanten hebben geen bloemen. 
  • Voorbeelden van sporenplanten zijn mossen en varens. 
  • De voortplanting van sporenplanten vindt plaats met sporen (enkelvoud: spore). Een is spore een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan. 

Slide 15 - Diapositive

Mossen
  • Kleine bladeren en stengeltjes
  • Sporendoosjes: hierin zitten sporen (voortplanting)

Slide 16 - Diapositive

Varens
  • Herkenbare bladeren
  • Sporenhoopjes onderop de bladeren

Slide 17 - Diapositive

Paardenstaarten
  • Paardenstaarten zijn opgebouwd uit een soort ‘buisjes’ die je er een voor een af kunt trekken. 
  • De sporen ontstaan in sporenvormende orgaantjes aan het uiteinde van sommige stengels.

Slide 18 - Diapositive

Zaadplanten
  • Meest voorkomende planten op aarde
  • Struiken en bomen zijn zaadplanten
  • Zaadplanten planten zich voort door bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan. Een zaad kan uitgroeien tot een nieuwe plant.

Slide 19 - Diapositive

Zaden en vruchten

Slide 20 - Diapositive

Oefenvragen
Nu komen een paar oefenvragen over de lesstof

Slide 21 - Diapositive

Deel maar in!
Wieren
Varens
Zaadplanten

Slide 22 - Question de remorquage

Een sporenplant heeft bloemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Een zonnebloem is een voorbeeld van een sporenplant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Een wier heeft geen stengel of wortel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Paardenstaarten vormen aan het uiteinde van de stengel sporenvormende organen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Lesafsluiting
Beheers jij de leerdoelen van deze les?

Slide 28 - Diapositive

8 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
Ja
Nee

Slide 29 - Sondage

9 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.
Ja
Nee

Slide 30 - Sondage