invoerwaarde als % van het nationaal inkomen is hoog
hoge exportquote =
uitvoerwaarde als % van het nationaal inkomen is hoog
Tegenovergestelde is een gesloten economie.
Slide 4 - Diapositive
Het nationaal inkomen is € 880 miljard.
De uitvoerwaarde is € 650 miljard.
De exportquote is:
650 miljard ÷ 880 miljard × 100% = 73,9%
Het nationaal inkomen is € 880 miljard.
De invoerwaarde is € 490 miljard.
De importquote is:
490 miljard ÷ 880 miljard × 100% = 55,7%
Exportquote
Importquote
Slide 5 - Diapositive
Handelsrekening
Op onze betalingsbalans staan
inkomsten uit het buitenland:
uitvoerwaarde goederen en diensten
buitenlandse toeristen in Nederland
lonen Nederlanders in buitenland
Slide 6 - Diapositive
Handelsrekening
Op onze betalingsbalans staan:
uitgaven aan het buitenland
invoerwaarde goederen en diensten
Nederlandse toeristen in buitenland
lonen aan buitenlandse werknemers in NL
Slide 7 - Diapositive
Euro, dollar, pond
De wisselkoers van de euro beïnvloedt de export...
Onthoud daarbij:
Slide 8 - Diapositive
Euro, dollar, pond
De wisselkoers van de euro
heeft gevolgen voor de
export...
Slide 9 - Diapositive
Euro, dollar, pond
De wisselkoers van
de euro heeft
gevolgen voor
de import...
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Wereldwijde productie
Globalisering
Door toenemende contacten raken mensen en bedrijven wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden
Slide 18 - Diapositive
Blijven we concurrend?
Groot deel inkomsten van ons land uit export.
Daarom is een sterke internationale concurrentiepositie belangrijk voor Nederland: goederen en diensten leveren van goede kwaliteit tegen aantrekkelijke prijs.
Hiervoor moet Nederland blijven zorgen voor:
goed onderwijs
innovaties
goede infrastructuur
goede gezondheidszorg
Slide 19 - Diapositive
Keerzijde globalisering
Nederland profiteert van toegenomen globalisering.
Globalisering heeft ook nadelen:
laagopgeleide werknemers verliezen hun baan (productie naar lagelonenlanden)
Land is afhankelijk van 1 of enkele producten, meestal landbouwproducten (katoen, rijst, koffie)
Slide 24 - Diapositive
8.2 Arm zijn is arm blijven?
Oorzaken onderontwikkeling
gebrek aan goed onderwijs (technische kennis beperkt en lage arbeidsproductiviteit)
slechte infrastructuur (vervoer en communicatie moeilijk)
protectiemaatregelen (belemmering export)
interne conflicten
schulden door leningen
corrupte regering
Slide 25 - Diapositive
Ruilvoetverslechtering
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Noodhulp
Hulp om de eerste en ergste gevolgen op te vangen van bijvoorbeeld een natuurramp of oorlog.
Slide 28 - Diapositive
Noodhulp
Noodhulp geven is soms lastig door:
* conflicten tussen bevolkingsgroepen
* gebrek aan een goede infrastructuur
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
Buffervoorraden
Export: koffiebonen
Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)
Slide 31 - Diapositive
Buffervoorraad + grondstoffenovereenkomst
Naast het aanhouden van een buffervoorraad bij lage prijzen kunnen landen ook onderling een grondstoffenovereenkomst sluiten.
Hierin staat dat bijvoorbeeld Nederland altijd een minimale prijs gaat betalen voor koffie uit Zuid-Amerika. Hiermee beschermen ze de minimale opbrengst van koffieboeren.
Buffervoorraad
Bewaar de gewassen totdat de prijs ervan gaat stijgen. Als de prijs toeneemt verkoop je de producten. Dit noem je het aanhouden van buffervoorraden.
Slide 32 - Diapositive
8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?
Nederlandse overheid
De Nederlandse overheid wil duurzame groei gericht op economische zelfstandigheid.
Daarnaast geeft de Nederlandse regering noodhulp
Doelstelling: 0,7% van het Nationaal Inkomen uitgeven aan ontwikkelingshulp.
Slide 33 - Diapositive
8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?
Nederlandse bedrijven
Krijgen subsidie om in ontwikkelingslanden te investeren.
Gericht op werkgelegenheid.
Hierdoor stijgt welvaart.
Slide 34 - Diapositive
Hoe dragen wij ons steentje bij?
Consumenten
Als consument kan je opteren om fairtradeproducten te kopen.
Eerlijke handel: boer krijgt een eerlijke prijs (ook minimumprijs)
La durée de la leçon est: 80 min
