Taalcompleet thema 6 A1

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Kleding

Thema 6 compleet

nette kleding

ophangen

de kleding

De paskamers

Welke maat T-shirt heb jij?

Welke kleren draag je graag?

Welke kleren draag je naar een feest?

Welke kleren draag je naar school?

Welke maat schoenen heb je?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?
Schrijf het enkelvoud

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wij _________ graag een ijsje.

1. wil
2. wilt
3. willen

________ jij ook een ijsje?

1. wil
2. wilt
3. willen

Wat?? Jij _______ geen ijsje?

1. wil
2. wilt
3. willen

Maar zij _____ wel een ijsje.

1. wil
2. wilt
3. willen

De juf ______ dan graag twee ijsjes.

1. wil
2. wilt
3. willen

Schrijf de zin in de goede volgorde

Voorbeeld:

zijn / op maandag / vrij / we

Op maandag zijn we vrij.

We zijn vrij op maandag.

ga / om 12 uur / ik / naar huis

gaat / om 12 uur / hij / naar huis / iedere dag

draagt / laarzen / hij / en / een regenjas

lees / thuis / ik / een boek / nooit

Maak een vraagzin:
veel sieraden / draagt / dit meisje

Schrijf de tijd in woorden

Voorbeeld:

15:40 uur

tien over half vier

14.20 uur

08.55 uur

18.35 uur

12.10 uur

10.45

19.15

17.40 uur

Schrijf het getal in cijfers

Voorbeeld:

tweeduizenddrie

2003

duizend

tachtigduizend

één miljoen

één miljard

Ik vind deze lessonup:

😒🙁😐🙂😃