Een betoog schrijven

EEN BETOOG 
(werkboek B, blz. 113)

Doel:  je lezer(s) overtuigen van jouw standpunt.
Onderdelen betoog
 - stelling
-  standpunt
-  argumenten vóór
-  tegenargumenten
-  weerleggingen (= ontkrachtingen van de tegenargumenten)





1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

EEN BETOOG 
(werkboek B, blz. 113)

Doel:  je lezer(s) overtuigen van jouw standpunt.
Onderdelen betoog
 - stelling
-  standpunt
-  argumenten vóór
-  tegenargumenten
-  weerleggingen (= ontkrachtingen van de tegenargumenten)





Slide 1 - Diapositive

Mindmap BETOOG

Slide 2 - Diapositive

DE INLEIDING (1)
a) Je INTRODUCEERT het ONDERWERP. Dit kun je op verschillende manieren doen:
achtergrondinformatie geven
-  een toekomstbeeld schetsen,
 terugblikken
- een casus beschrijven of:
- een eigen ervaring beschrijven.
- een combinatie van         bovengenoemde mogelijkheden



Slide 3 - Diapositive

DE INLEIDING (2)
(B) Je INTRODUCEERT de STELLING.

Bijvoorbeeld
Verpleegkundigen mogen taken overnemen van artsen

Slide 4 - Diapositive

DE INLEIDING (3)
Je maakt duidelijk wat je STANDPUNT is ten opzichte van de vraagstelling.
  
Bijvoorbeeld
Stelling: Verpleegkundigen mogen taken overnemen van artsen. Standpunt: Ik ben van mening dat verpleegkundigen wel/geen taken mogen overnemen van artsen.

Slide 5 - Diapositive

DE KERN

- argument = waaróm je iets vindt

- tegenargument = een argument dat de ander tegen jouw argument gebruikt

- weerlegging = het argument dat jíj weer gebruikt tegen het argument van de ander

Argumenten vóór de stelling:
- argument 1 (krachtigste                       
   argument)
-  argument 2 ( en verder)

Tegenargumenten met weerlegging:
- tegenargument 1 + weerlegging
- tegenargument 2 + weerlegging 
- et cetera



g] Tegenargument 2 en weerlegging.




Slide 6 - Diapositive

HET SLOT
 Samenvatting: herhaal kort  
    je argumenten en
-  Bevestiging van de stelling

Bijvoorbeeld 
Dus om deze redenen moeten verpleegkundigen dezelfde taken kunnen uitvoeren als artsen

Slide 7 - Diapositive

VOORBEELDEN VAN EEN:
- Stelling (1)
- Standpunt (2)
- Argument vóór (3)
- Tegenargument (4)
-  Weerlegging (5)


1 Harddrugs moeten worden gelegaliseerd worden
2 Ik ben ervan overtuigd dat harddrugs gelegaliseerd moeten worden
3) Legalisering vermindert de criminaliteit rond harddrugs (toelichten)
4) Legalisering zal het gebruik stimuleren (+ toelichten)
5) Nee, integendeel: er is veel meer zicht op wie er wat gebruikt (+ toelichting

Door legalisatie wordt drugsgebruik gestimuleerd.
Argument voor (2)
Legalisatie van drugs vermindert de criminaliteit niet.
Tegenargument
Door legalisatie haal je drugsgebruik uit de criminele sfeer.
Weerlegging tegenargument
Het argument tegen valt in het niets in vergelijking tot de gevolgen van het argument voor. Je probeert hier als het ware het negatieve argument om te buigen naar een positief argument voor de stelling.


Slide 8 - Diapositive

ARGUMENTEN
  • Meervoudige argumentatie: hierbij noem je alle argumenten voor je stelling.
•  Tegenargumentatie: hierbij worden alle  argumenten tegen genoemd én weerlegd (zie vorige slide)
•  Afwegingsargumentatie: je noemt de voor- en nadelen, maar je benadrukt ook dat de argumenten vóór belangrijker zijn.

Slide 9 - Diapositive

ARGUMENTEN, TEGENARGUMENTEN EN WEERLEGGINGEN BASEER JE OP:

a] feiten;
b] onderzoeken;
c] gezaghebbende uitspraken;
d] voorbeelden;
e] eigen mening voorzien van 
     argumenten.

Slide 10 - Diapositive

THEORIE LEZEN EN LEREN
Werkboek B Nu Nederlands

  • blz. 113 Betoog
  • blz. 266 Tekstverbanden en       signaalwoorden
  • blz. 267 Tekststructuren
  • blz. 268  Argumenteren

Slide 11 - Diapositive

OPDRACHT: EEN BETOOG SCHRIJVEN (1)
1] Maak een keuze uit de volgende stelling:
- De diensten van sekswerkers in de zorg moeten in het basispakket van de zorgverzekering
- Vrijwilligers in de zorg: de oplossing voor het personeelstekort
- Participatie van familie en vrienden in de zorg (stelling zelf formuleren)
- Bewegen voor ouderen stelling zelf formuleren)
- EMDR-therapie (idem)
- Top 600 van criminele jongeren in Amsterdam (idem)
- Onderwerp naar keuzeen/onderwerpen

Slide 12 - Diapositive

OPDRACHT: EEN BETOOG SCHRIJVEN (2)
1]  Maak eerst een schrijfplan: maak gebruik van het schrijfplan op blz. 115 uit je werkboek
2] Schrijf op basis hiervan je betoog.
Let op:
- bedenk dat je de lezer moet  
    overtuigen van jouw standpunt. 
    Zorg dus voor een overtuigende 
    schrijfstijl.
-  geef je betoog een titel 
-  de indeling: inleiding, kern, slot.  
    Kijk naar slide 3 t/m 7

- alinea's
- signaalwoorden
- spelling
- zinsbouw
 opdracht af in je schrijfdossier

Slide 13 - Diapositive

OPDRACHT: EEN BETOOG SCHRIJVEN (3)
3] Sla je betoog op in Documenten/Nederlands lj. 3/Betoog
4] Geef in je schrijfdossier aan dat je deze opdracht hebt gemaakt.

Slide 14 - Diapositive

EEN VOORBEELD VAN EEN BETOOG

Stelling: Vuurwerk? Verbieden!
https://eduofficenl-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/y_mattijssen_vistacollege_nl/Ece_ifexS_dHtVgB9FnOynQBvgVLMPgGsQLBZBKHRsgb9Q?e=xS4znO

Slide 15 - Diapositive