KNM thema 1.3 Nederland waterland

 
Nederland waterland
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

 
Nederland waterland

Slide 1 - Diapositive


A
dijken
B
duinen
C
dammen
D
polders

Slide 2 - Quiz


A
dijk
B
dam
C
duin
D
polder

Slide 3 - Quiz


Hoe heet dit grote waterwerk in Zeeland?
A
de Watersnoodramp
B
De Deltadam
C
de Afsluitdijk
D
de Deltawerken

Slide 4 - Quiz


Wat is dit?
A
laag land
B
het weiland
C
de polder
D
het kanaal

Slide 5 - Quiz


Wanneer was de watersnoodramp?
A
1945
B
1953
C
1964
D
1932

Slide 6 - Quiz

In welke provincies was de watersnoodramp?
A
In Flevoland en Groningen
B
In Friesland en Noord-Holland
C
In Zeeland en Zuid-Holland

Slide 7 - Quiz

Van al dat water op aarde, wat is de verdeling van zout water / zoet water?
A
50% zout water 50 % zoet water
B
97% zout water 3 % zoet water
C
70% zout water 30% zoet water
D
30% zout water 70% zoet water

Slide 8 - Quiz

Als je water kookt, komt water in de
A
vaste toestand
B
vloeibare toestand
C
gasvormige toestand

Slide 9 - Quiz

Flevoland:
A
Flevoland was altijd al een provincie.
B
Flevoland is een nieuw aangelegde provincie.
C
Flevoland is niet aangelegd.
D
Flevoland is een stad van Noord-Holland.

Slide 10 - Quiz

wat is de hoofdstad van Flevoland?
A
Almere
B
Lelystad

Slide 11 - Quiz


Wat hoort bij Flevoland?
A
Het bovenste eiland
B
Het onderste eiland
C
Allebei de eilanden

Slide 12 - Quiz

wanneer is flevoland gemaakt
A
1956
B
1945
C
1924
D
1896

Slide 13 - Quiz

Flevoland is een
A
droogmakerij
B
veenpolder
C
zeepolder
D
ijselmeerpolder

Slide 14 - Quiz

De Oostvaardersplassen in Flevoland zijn een voorbeeld van een...
A
Ingericht landschap
B
Natuurlijk landschap

Slide 15 - Quiz

Door wie is de afsluitdijk bedacht?
A
Ingenieur Almere
B
Ingenieur Vlieland
C
Ingenieur Lely
D
Ingenieur Roos

Slide 16 - Quiz

Waar ligt de afsluitdijk?
A
Provincie Zeeland
B
Tussen Noord-Holland en Friesland
C
Tussen Zeeland en Zuid-Holland
D
In het IJsselmeer

Slide 17 - Quiz

Wat veranderde er door de aanleg van de afsluitdijk
A
Het IJsselmeer werd drooggelegd
B
Het IJsselmeer werd zoet
C
Scheepvaart in het IJsselmeer werd onmogelijk
D
Het IJsselmeer kreeg een lager overstromingsrisico

Slide 18 - Quiz

Hoe lang is de afsluitdijk?
A
17 km
B
21 km
C
30km
D
34 km

Slide 19 - Quiz

Waarom werd de afsluitdijk aangelegd?
A
Voor de verbinding tussen Friesland en Noord- Holland
B
Voor het voorkomen van overstromingen
C
Om meer land droog te leggen
D
zodat er geen vissen naar de rivieren kunnen

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?
A
De afsluitdijk is de verbinding tussen Friesland en Noord-Holland.
B
De afsluitdijk is de verbinding tussen Friesland en Zuid-Holland.

Slide 21 - Quiz

Wat is een Nederlands eiland?
A
Groenland
B
Spitsbergen
C
Texel
D
Kriti

Slide 22 - Quiz

Het mooiste Nederlandse eiland ......ik ken is Schiermonnikoog
A
die
B
dat
C
wat

Slide 23 - Quiz

Texel hoort bij
A
Noord-Holland
B
Zuid-holland

Slide 24 - Quiz

Heeft texel meer schapen of meer mensen?
A
meer schapen
B
meer mensen

Slide 25 - Quiz