Thema Verbranding en ademhaling 2KGT 2023

Thema 
Verbranding en ademhaling 2KGT
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 
Verbranding en ademhaling 2KGT

Slide 1 - Diapositive

waar/niet waar vragen

Slide 2 - Diapositive

In ingeademde lucht zit evenveel stikstof als in uitgeademde lucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Ingeademde lucht heeft dezelfde samenstelling als uitgeademde lucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Te veel koolstofdioxide in de lucht zorgt ervoor dat je minder snel werkt
en dat je meer fouten maakt.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De functie van neusharen is grote stofdeeltjes tegenhouden.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

De wand van de luchtpijp is verstevigd door kraakbeenringen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Je bloed vervoert koolstofdioxide naar de longen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Het strotklepje sluit de neusholte af als je voedsel inslikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

B: Meerkeuzevragen

Slide 10 - Diapositive

Wat is de meest gebruikte brandstof in je lichaam?

A
eiwit
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
vet

Slide 11 - Quiz

Hoe kan slijm zich verplaatsen van de neusholte naar de keelholte?
A
door de langsstromende lucht
B
door de neusharen in je neus
C
door de slijmcellen in het neusslijmvlies
D
door de trilharen in het neusslijmvlies

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van de huig?
A
De huig voorkomt dat lucht in de mondholte komt tijdens het ademhalen.
B
De huig voorkomt dat lucht in de slokdarm komt tijdens het ademhalen.
C
De huig voorkomt dat voedsel in de luchtpijp komt tijdens het slikken.
D
De huig voorkomt dat voedsel in de neusholte komt tijdens het slikken.

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding zie je een trosje longblaasjes.

Wat geeft pijl 1 in afb. 1 aan?
A
koolstofdioxidearm bloed
B
koolstofdioxiderijke lucht
C
zuurstofarm bloed
D
zuurstofrijke lucht

Slide 14 - Quiz

Erik drinkt een glas cola en laat daarna een harde boer.
Uit welk gas bestaat een boer vooral?
A
edelgas
B
koolstofdioxide
C
waterdamp
D
zuurstof

Slide 15 - Quiz

Welke stoffen zijn verbrandingsproducten?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
glucose
B
koolstofdioxide
C
water
D
zuurstof

Slide 16 - Quiz

Femke maakt met haar vinger een tekening op een koud raam. Daarna zorgt ze
dat er condens op het raam komt. Daardoor wordt de tekening zichtbaar.
Hoe maakt Femke de condens?
A
door koude lucht tegen het raam te blazen
B
door met een föhn tegen het raam te laten blazen
C
door tegen het raam te ademen

Slide 17 - Quiz

andere typen vragen

Slide 18 - Diapositive

In afbeelding 3 zie je het ademhalingsstelsel van de mens, schematisch. Deze afbeelding hoort bij de volgende opdracht.
Sleep de goede namen bij de nummers.

Slide 19 - Diapositive

Sleep de goede namen bij de nummers.
1
2
3
4
5
6
longblaasje
huig
keelholte
neusholte
bronchie
luchtpijp

Slide 20 - Question de remorquage

In afbeelding 4 zie je het ademhalingsstelsel van een dolfijn. De weg van het voedsel en de weg van de lucht gaan bij een dolfijn anders dan bij een mens.

Welk onderdeel, dat een mens wél heeft, heeft een dolfijn niet? Noem één onderdeel.

Slide 21 - Question ouverte

onderstaande tekst hoort bij de volgende 4 vragen
Door een ziekte werd de luchtpijp van Bas ernstig geblokkeerd. In het ziekenhuis probeerden artsen de luchtweg weer vrij te maken. Dit lukte helaas niet en de artsen moesten een sneetje maken in zijn hals. Door deze opening kreeg Bas een buisje (canule) in zijn luchtpijp geplaatst. Deze opening heet een tomie. Bas kan via het gat ademhalen. Zijn tomie is hopelijk tijdelijk en het gat kan later weer worden dichtgemaakt. Het is moeilijk voor Bas, die via de canule ademhaalt, om te praten. De lucht gaat namelijk niet langs zijn stembanden. Als Bas wil praten, houdt hij een vinger tegen de canule waardoor de lucht langs de stembanden komt. Dan kan hij wel een gesprek voeren.

Slide 22 - Diapositive

Als je je verslikt, komt er voedsel in de luchtpijp of in de neusholte terecht. Het eten ‘schiet dan in het verkeerde keelgat’.
Kan dit bij iemand met een tomie ook gebeuren?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer

Slide 24 - Quiz

Veel mensen zijn allergisch voor de uitwerpselen van de huisstofmijt.
Een van de dingen die helpen, is om het matras na het slapen te laten luchten. Dat kan bijvoorbeeld door het dekbed van het bed af te halen.

Waardoor helpt dit tegen huisstofmijtallergie? Leg uit.

Slide 25 - Question ouverte

Einde toets
 Verbranding en ademhaling

Slide 26 - Diapositive

Ik heb hulp nodig bij het leren leren
Ja
Nee
Hangt van het vak af

Slide 27 - Sondage

ik leer door:
1. samenvatting maken
2. powerpoint te leren
3. opdrachten te maken
4. lezen van de stof in het lesboek
5. oefenmateriaal te maken
antw 1 t/m 5 allemaal
antw 1 t/m 5 3 van de 5 manieren
op een totaal andere manier
nooit

Slide 28 - Sondage

Huiswerk maken en leren leren
Hoe sta JIJ er nu in?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

ik ben al begonnen met leren
ja
nee

Slide 30 - Sondage

Leren leren moet een apart lesuur worden!
Eens
Oneens
Geen mening

Slide 31 - Sondage

leren leren:
wat doe je zelf het liefst?
quizlet
opschrijven
hardop uitspreken
kaartjes maken
jezelf overhoren

Slide 32 - Sondage