PA 3 H2- ser/estar +adjetivos

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoy/ vandaag...

• Ik weet wat adjetivos zijn 

• Ik kan mezelf beschrijven

• Ik kan iemand anders beschrijven 

 • leesvaardigheid oefenen

Gebruik je woordenschatlijst p.92

Beschrijf jezelf met een adjetivo (bijv nw)

Beschrijf iemand anders met een adjetivo

Ana ________ (ser) mi amiga

1. sois
2. es
3. son
4. soy

mis amigas _________(ser) graciosas

1. sois
2. somos
3. son
4. eres

Mañana _________ (ser) mi cumpleaños

1. es
2. son

Ana _________ (estar) en el instituto

1. estoy
2. estáis
3. está
4. están

y tú, _________ (estar) libre el sábado?

1. estás
2. está
3. estamos
4. estoy

El instituto ________ (estar) cerca de mi casa

1. estás
2. está
3. estáis
4. estoy

TB p. 20-21

- Lees de tekst

- Markeer de bijvoeglijke naamwoorden

- Markeer de werkwoorden

Cómo es tu novio/a ideal? (hoe is jouw ideale vriend/vriendin)
- Schrijf een karaktereigenschap (su caracter es..)
- schrijf een fysieke kenmerk (su aspecto fisico es..)

- tambien
- pero
-Por ultimo

Hacer/maken...

WB: p. 59-61 opdr. 10 b,c,d

 opdr. 9 b,c,d (huiswerk)

quizlet.com

heb je een vriendje/vriendinnetje?

moeten er overeenkomsten zijn (tussen jullie)?

hoe is jouw ideale vriendje/vriendinnetje?

heb je wel eens een vriendje/vriendinnetje gehad?

Ik wil liever een spontane jongen

cómo es tu novio/a ideal? 

hay que tener cosas en común?

tienes novio/a

has tenido novio/a alguna vez?

Yo prefiero un chico espontáneo

quizlet.com