Liberalisme (liberalisme-> uitgangspunt is zo veel mogelijk vrijheid voor het individu, zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt) werd de heersende ideologie
Steeds meer politieke invloed voor de burgerij
Volken worden onafhankelijk
Afschaffing slavernij Nederland (formele afschaffing 1863)
Economische bloei door industriële revolutie en technische vernieuwingen
Slide 2 - Diapositive
Nederland: jaartallen
1795-1813 kolonie van Frankrijk (Napoleon)/ Bataafse Republiek
v.a. 1813-1815 Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (=Nederland, België en Luxemburg)- koning Willem I-> zoon Willem II wordt koning in 1840
1839 Afscheiding België ( en Duitstalige Luxemburg)
1848 nieuwe grondwet opgesteld door de liberaal Johan Thorbecke (1798-1872) en het begin parlementaire democratie
Slide 3 - Diapositive
Burgers en stoommachines
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Industrialisatie-> kinderarbeid
Industrialisatie (stoommachine en elektrische motor-> mechanisatie/ fabrieken) ->start in Engeland vanaf 1775
Industrialisatie Nederland vanaf 1850 -> economische bloei en sociale ongelijkheid
Meer arbeiders dan werk-> werkeloosheid en staken zinloos
kinderen tussen de 6 en 11 jaar werken zestien uur per dag in de fabriek-> kinderwetje van Van Houten 1874 (eerste sociale wet in Nederland)
een theorie: Eros en Thanatos (=Grieks 'liefde en dood'-> 'levensdrift en doodsdrift')
Freuds theorieën -> veel invloed op literatuur van toen en nu
Slide 7 - Diapositive
Culturele context
Grote maatschappelijke, polortieke en technische veranderingen -> reactie kunstenaars:
romantiek-> vluchten
realisme-> vechten
Slide 8 - Diapositive
Romantiek: vluchten
Nieuwe cultuurstroming-> reactie op verlichting
Kenmerk verlichting: nadruk op rationalisme (verstand)
Kenmerken romantiek:
gevoeligheid: lyrische kunst
verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke.
individualisme: nadruk op originaliteit
Slide 9 - Diapositive
Romantische schilderkunst
open compositie, afbeelding lijkt deel van een groter geheel
warme kleuren
meer nadruk op kleur dan op vorm
onderwerpen: natuur, verre oorden, andere tijden
Slide 10 - Diapositive
Natuur
Het schilderij 'Schipbreuk op een rotsachtige kust' (1837) / Wijnand Nuijen -> hoogtepunt uit de Nederlandse romantische schilderkunst: De natuur is belangrijk en wordt uitvergroot: zeer heftige stormen en zeer donkere en dreigende luchten.
Slide 11 - Diapositive
Waarom is deze afbeelding 'romantisch'?
Slide 12 - Question ouverte
Caspar David Friedrich, 'De wandelaar boven de nevelen' (1818).
Open compositie, warme kleuren, meer nadruk op kleur dan op vorm, onderwerp is de ongerepte natuur. Er spreekt verlangen en gevoel uit.
Slide 13 - Diapositive
Romatische literatuur
Populaire genres:
historische roman
gothic novel (verzonnen werkelijkheid) -> legt basis voor griezelverhaal (Dracula van Bram Stoker)
zwarte romantiek (aandacht voor duistere kant mens)-> detective (Sherlock Holmes van Arthur Conan Doyle)
Slide 14 - Diapositive
Romantische literatuur kenmerken (algemeen):
Antirationalisme
Nadruk op gevoel: Weltschmerz (wereldpijn)en Sehnsucht (verlangen)
Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk.
Fernweh: verlangen naar andere tijd of plaats -> escapisme: het willen ontsnappen aan de realiteit
Individualiteit
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Humor
Gevoeligheid en onvrede over alledaagse werkelijkheid kunnen humor oproepen -> omgaan met kloof tussen werkelijkheid en ideaal-> schrijver: Piet Paaltjens/ Francois HaverSchmidt
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Sehnsucht is
A
Het verlangen naar het verleden.
B
Het verlangen naar de onbereikbare geliefde.
C
Het verlangen naar het onbereikbare.
D
Het verlangen naar exotische oorden.
Slide 19 - Quiz
Weltschmerz is
A
Suïcidaal zijn.
B
Verbolgen zijn over de liefde.
C
Hunkering naar een ideale samenleving.
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld.
Slide 20 - Quiz
Een ander woord voor vluchten is
A
sciencefiction
B
industrialisering
C
escapisme
D
detectives
Slide 21 - Quiz
Sprookjes horen vooral bij de romantiek omdat men toen
A
geïnteresseerd was in oude volksverhalen.
B
geïnteresseerd was in het verleden.
C
wilde vluchten naar het platteland.
D
wilde vluchten uit het hier en nu.
Slide 22 - Quiz
Realisme: vechten
Slide 23 - Diapositive
Realistische literatuur kenmerken (algemeen):
Realistische schrijvers: tekst is zo getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid (realisme-effect).
Realisme richtte zich op de eigentijdse werkelijkheid ->aandacht is voor personages uit alle lagen van de bevolking.
Realistische schrijvers: werkelijkheid en waarheid kunnen met de zintuigen worden gezien en blootgelegd (waarheid tonen).
Realistische schrijvers: omarmen moderniteit (+ waarheid kennen en doorgronden met behulp van moderne wetenschap).
De teksten gaan over sociale mobiliteit en (in) stabiliteit.
De realistische roman maakt in de loop van de negentiende eeuw een ontwikkeling door van nog belerend naar objectief en naturalistisch.
Slide 24 - Diapositive
Realistische literatuur
Voorbeelden:
Max Havelaar (1860): kritische roman over corrupt bestuur in voormalig Nederlands-Indië
Fabriekskinderen (1863): schrijver schrijft boek naar aanleiding van bezoek aan Leidse textielfabriek-> kinderen die gevaarlijk werk doen
Op hoop van Zegen (1900): toneelstuk geschreven over uitbuiting van vissersfamilie door werkgever
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Romantische en realistische literatuur:
Ontstonden niet na elkaar, maar naast elkaar.
Kunnen beide voorkomen in het oeuvre van één schrijver.
Ontstonden in de negentiende eeuw, maar ook nu worden er nog teksten geschreven die duidelijke romantische of realistische kenmerken hebben.