5 per dag blok B1
1 / 31
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel euro heb ik? (antwoord alleen met een getal)
Slide 3 - Question ouverte
Hoeveel euro heb ik? (antwoord alleen met een getal)
Slide 4 - Question ouverte
De lengte van een auto.
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 5 - Quiz
De afstand tussen twee steden (bijvoorbeeld: Wat is de afstand tussen Borgerhout en Brussel?)
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 6 - Quiz
De breedte van mijn boek
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 7 - Quiz
De lengte van mijn pennenzak
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 8 - Quiz
De breedte van de deur
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 9 - Quiz
De afstand van school naar huis
A
meter
B
kilometer
C
centimer
Slide 10 - Quiz
De helft van 164
Slide 11 - Question ouverte
De helft van 232
Slide 12 - Question ouverte
Het dubbel van 74
Slide 13 - Question ouverte
Het dubbel van 158
Slide 14 - Question ouverte
5 duizendtallen, 6 honderdtallen, 3 tientallen en 2 eenheden
Slide 15 - Question ouverte
8 duizendtallen, 4 honderdtallen, 5 tientallen, 7 eenheden
Slide 16 - Question ouverte
730 tientallen
Slide 17 - Question ouverte
86 honderdtallen
Slide 18 - Question ouverte
3 duizendtallen, 2 honderdtallen, 7 tientallen, 3 eenheden
Slide 19 - Question ouverte
3400 5200
3740 7430
5083 3085
9007 7009
(Kies het juiste teken naast de getallen).
Slide 20 - Question de remorquage
Het dubbel van 5000
Slide 21 - Question ouverte
4000 meer dan 3300
Slide 22 - Question ouverte
6 keer 8
Slide 23 - Question ouverte
3 minder dan de helft van 1000
Slide 24 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde duizendtal van 2580
Slide 25 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde duizendtal van 7940
Slide 26 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde duizendtal van 3180
Slide 27 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde honderdtal van 1470
Slide 28 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde honderdtal van 3690
Slide 29 - Question ouverte
Dichtstbijzijnde honderdtal van 5230
