Lidwoorden De of Het?

Lidwoorden De of Het?
  • aan het eind van deze les weet ik beter wanneer ik welk lidwoord moet gebruiken 
  • ken ik een paar websites waar ik op kan oefenen 

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Lidwoorden De of Het?
  • aan het eind van deze les weet ik beter wanneer ik welk lidwoord moet gebruiken 
  • ken ik een paar websites waar ik op kan oefenen 

Slide 1 - Diapositive

Het =  onzijdige woorden 

De =  vrouwelijke of mannelijke woorden

Slide 2 - Diapositive

De = 70 %                Het = 30% 

Slide 3 - Diapositive

De woorden
alle zelfstandig naamwoorden die in het meervoud staan
de huizen
de ramen


Slide 4 - Diapositive

woorden voor vruchten en bomen
de peer
de eik


Slide 5 - Diapositive

namen van bergen en rivieren: 

de Rijn
de Mount Everest

Slide 6 - Diapositive

namen van cijfers en letters
de acht
de z

Slide 7 - Diapositive

Het woorden
alle verkleinwoorden
het huisje
het spaarpotje

Slide 8 - Diapositive

namen van talen
het Nederlands
het Marokkaans

Slide 9 - Diapositive

namen van landen en plaatsen
het (gezellige) Eindhoven
het (kleine) Nederland

Slide 10 - Diapositive

namen van metalen
het ijzer
het goud

Slide 11 - Diapositive

namen van windrichtingen
het noordoosten
het zuidwesten

Slide 12 - Diapositive

woorden die eindigen op –isme
het communisme
het fanatisme 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive