5.3 Zijn wij sociaal?

Terugblik
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Terugblik

Slide 1 - Diapositive

De overheid besteedt taken uit of draagt die over aan pariculiere ondernemingen.
Het totaal aan leningen van de overheid op een bepaald moment.
Landen waarvan de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs.
Aanbieders van producten concurreren met elkaar om de gunst van de consumenten.
Marktwerking
Planeconomie
Privatiseren
Staatsschuld

Slide 2 - Question de remorquage

1. Het               verzamelt cijfers voor de overheid. 



2. Het               bestudeert de gevolgen van overheidsbeleid.



3. Het             adviseert de overheid over sociaal economische zaken. 


SER
CBS
CPB

Slide 3 - Question de remorquage

economische groei
Recessie
toename productie en stijging bbp
economische groei lager dan vorige periodeen lager dan gemiddeld

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is onjuist over het solidariteitsbeginsel?
A
Het solidariteitsbeginsel zorgt voor een eerlijkere verdeling van de welzijn.
B
Het houdt in dat iedereen een stukje van zijn inkomen afstaat aan de armere mensen.
C
Een AOW of WW is een voorbeeld van een solidariteitsbeginsel.
D
De sterkeren helpen de zwakkeren.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

AOW
WW
WIA
ANW
Werknemersverzekering
      Volksverzekering

Slide 9 - Question de remorquage

Volksverzekering
Werknemersverzekering
AOW
AKW
Anw
Wlz
WW
ZW
WIA

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Hoe heet het overdrachtsinkomen waarbij het inkomen word aangevuld tot het sociaal minimum?
A
Kinderbijslag
B
Zorgtoeslag
C
Bijstand
D
Huurtoeslag

Slide 13 - Quiz

Wie bepaalt hoe hoog het sociaal minimum is?
A
De gemeente
B
De belastingdienst
C
Minister van sociale zaken
D
Het UWV

Slide 14 - Quiz

het sociaal minimum is hoger/lager/hetzelfde als het minimumloon
A
hoger
B
hetzelfde
C
lager
D
ik wil bijles

Slide 15 - Quiz

Wat is het sociaal minimum
A
Hoeveel mensen er leven van een bijstandsuitkering
B
Een minimumbedrag wat je nodig hebt om van te kunnen leven
C
De minimale leeftijd om een uitkering te kunnen ontvangen
D
Een toeslag die je van de overheid krijgt als je een laag inkomen hebt

Slide 16 - Quiz

Hoe hoog denk je dat de bijstand (sociaal minimum) in Nederland ongeveer is voor een alleenstaande?
A
€ 200 per maand
B
€ 1200 per maand
C
€ 2000 per maand
D
€ 500 per maand

Slide 17 - Quiz

Wat is een verzorgingsstaat?

A
Een land waar genoeg artsen zijn voor de burgers.
B
Een land waar genoeg ziekenhuizen zijn voor de burgers.
C
Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen
D
Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is.

Slide 18 - Quiz

De toeslagen vormen een onderdeel van de Nederlandse verzorgingsstaat.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 19 - Quiz

Nederland is een voorbeeld van een verzorgingsstaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo